Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 79]
| |
Laat verder eens de vlagen
van hier, en 's hemels wei
weêrom die blomme dragen,
die vonkelt in de mei;
dan zal de beemde, 'et laken
des ouden winters zaan
ontwenteld, herontwaken,
en 't gershof groene staan.
Geen vogel nu die vedelt,
geen vluggevinde bie;
het kreunt, het krijscht, het bedelt
al dat ik hoore en zie:
verleent, o Gij, die bronne
des levens zijt, dit jaar,
der weiden groene wonne
nog mensche en dier te gaar!
Moorseele, 18-3-1892
|
|