Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [Een' witte schorte en binders] Een' witte schorte en binders, een wagentje en twee kinders, zoo voert ze, alhier, aldaar, heur mutse en heur schoon haar. Daar zijnder die begroeten heur aanzichte en heur' sproeten, heur' langde en heur fatsoen, en heur' hooghielde schoen. Heur' moeder doet de koeien, heur vader 't kooren groeien; heur een' broêre is soldaat, en de andere ruimt privaat. [pagina 64] [p. 64] Heur' zusters zijn twee blommen, die zelden steêwaards kommen, maar deugdzaam zijn ze, en vrij wel nog zoo schoone als zij. Ze speelt zij in de Heeren, in nieuwe en schoone kleeren; en 't heeft een heur portret, in passe-partout gezet. Zij heeft nen amour tendre, die 'n kan heur niet comprendre; noch zij, die Cuerensch spreekt, en 't Fransch met hamers breekt. Comprendre en zal ze, eilacie, maar aan de letste statie, alwaar ze, om heur malheur, naartoe rijdt, à vapeur. Maart 1881 Vorige Volgende