Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] III Ik heb dat huis gezien, vol armen en vol beenen; vol borsten, buiken; vol gemenschte marbelsteenen; die staan en gekken schier met 's menschen zedigheid, die kleêren dragen doet, zoo God heeft opgeleid. Foei! neen, ge'n kunt mij niet doen blozen, spijts uw' billen vol naakte sierlijkheid, die mij bedriegen willen: ge'n zijt geen menschenbeeld, geen godenbeeld: een' ziel is eerst en meest het mensch dat uit Gods handen viel. 1890(?) Vorige Volgende