Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] [o Kinders van de locht] o Kinders van de locht, gesneeuwde blommigheden; o sterrenpulver, fijn gevijlsel van krystaal; zoo teêr dat, schaars gelijfd, gij weg zijt en verleden, zoohaast ik, waar gij valt, u volge en adem haal te roekeloos! Winterdonst, die zichtbaar zijt in 't spelen der zonnekrachten, niets en evenaart u hier, 't en zij ... 'k moet hooger op, zal ik een beeld u stelen, 'k moet door de wolken heen, tot in den hemel schier! 1882(?) Vorige Volgende