Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 451] [p. 451] Aan Ameet Vyncke Priester, gewezen pauselijk soldaat Sint Pieter, op 't laatste avondmaal, met hand aan 't zweerd geslagen, zei: ‘Meester, zal de macht van 't staal niet schermen voor uw' dagen?’ En: ‘Zal des degens scherp onthaal dit krijgsvolk niet verjagen?’ Zei: ‘Neen!’ des Meesters liefdetaal, ‘'k zal kroone en kruis verdragen, steekt weêr op schee, aan 't oorlogstraal en moet ge ooit hulpe vragen. Wordt menschenmeesters, altemaal, geen menschenmoorders: dragen veel liever zult gij zerp en zeer en zonde, zonder klagen. Staat op! 't Is gang! Het kruis, geen staal; dat zou den tred vertragen van 's Vredenkonings zegepraal op 's werelds wreedste lagen. Wordt Priesters! En uw tongentaal zij 't zweerd, op welkes slagen, door mij gesterkt, noch steen noch staal ooit weêrstand zullen wagen!’ Mei 1876 Vorige Volgende