Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 420] [p. 420] Geen blijder stonde Geen blijder stonde leven en mocht ik, sedert lang, als die mij komt te geven uw brief en uw gezang! Ja, de Engel der ‘Poësij’ die bidt, die zingt, die maalt, is weêr bij u gerezen of... nimmer neêrgedaald; ja, de Engel der ‘Poësij’ die bidt, die maalt, die zingt, diens harpe moet het wezen die zulke accoorden klinkt; ja, de Engel der ‘Poësij’ die zingt, die maalt, die bidt, die Engel is 't, de deze, die in uw' zangen zit! Doet voort, en houdt den Degen bij Cyther en Palet, want niemand kander tegen 't al stormende Gebed. 1859(?) Vorige Volgende