Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 363]
| |
o Moeder van ons beide kleenen,
o hert mijns herten, steun en staf
mijns levens, moet ik immer weenen
en komt geen troost mij uit dit graf?
Ja wel! het voorbeeld van uw leven
zal, mij alleen bekend, voortaan
mij moed genoeg en sterkte geven
om zonder u nog vast te staan.
Maar balling en alleen de baren
der wilde zee doorvechtend, ach
hoe zuchte ik eer ik, moe gevaren,
daar gij rust ook eens rusten mag!
1896? |
|