Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 316] [p. 316] CXLV Eduard J.L. van der Mensbrugghe 14 Oest 1890 Hoe zijt gij ons ontvlucht, gij kleene troostverschaffer; de blijdschap van ons huis, het licht van onze baan? Hoe zijt gij ons geroofd; wie, onbermhertig, gaf er uw ijdel wiegsken ons te vinden ledig staan? o God, Gij zijt te goed opdat men 't U zou wijten; o Vader, duizendmaal gezegend zij Uw naam; maar, zendt ons sterkte toe, en, om de plicht te kwijten der christ'ne droefheid, maakt ons lijdend hert bekwaam! Vorige Volgende