Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende XCV Amand Andries 2 Februarij 1885 Wie weet er Gods beschik, Gods oordeel, Gods gedachten, Gods Herte, oneindig goed, al Zijn bermhertigheid te meten met de maat en 't peil der menschenkrachten, ten oordeele onbekwaam en krank van onderscheid? Aan wien heeft God, aan wien die kwam naar Hem te trachten, 't zij vroeg of late, aan wien ooit Zijn genade ontzeid? Zoo bidt voor allen dan, die, eens de dood gesmakend, verschenen zijn voor Hem die gaf Zijn dierbaar Bloed ten besten, opdat elk, dit strijdperk uitgerakend, eens kome in vrede, en erve 't alderhoogste goed! Ja, bidt, en blijft, ook gij die bidt, uwe ure wakend, want niemand weet wanneer of hoe hij sterven moet! Vorige Volgende