Dichtwerken (deel 1 en 2)
(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend
[pagina 278]
| |
o Kind van Maria, 't geluk van uwe ouders,
ons voorbeeld, onze eere, in uw schuldlooze deugd,
die nooit hebt gedoogd op uw maagdlijke schouders
het jok dat zoo velen aanveerden met vreugd!
o Kind van Maria, gelukkig hierboven,
vergeet niet, zoo bidden wij, dragende uw lijk,
dat wij, hier vereend om Maria te loven,
u volgen, van verre, naar 't hemelsche rijk.
Ach, helpt ons bij Haar, die gij reeds mocht aanschouwen,
om, vrij van de wereldsche boosheid, de baan
van 't ware geluk, zoo wij hopend betrouwen,
lijk gij, onbesmet, tot den einde te gaan.
|
|