Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende XXXV Julius de Stoop 3 Februarij 1877 Nog nauwlijks t'halvenweeg mijn oudrendervend leven, o Heer, wat ben ik blij, U alles weêr te geven dat gij mij gaaft, geheel en door geen schâ belet! Benijdt mij, gij vooral, die, uit uw' kinderjaren, onschuldig, ach, niet meer, gescheept zijt en moet varen de wreede wereld in, met zoo veel kwaad besmet! Indachtig blijft toch, ja, dat elk van u zal sterven; indachtig, opdat elk eens ook de kroon moge erven die ‘Onze Vader’ zelf mij, weez', heeft opgezet. Vorige Volgende