Dichtwerken (deel 1 en 2)(1949-1950)–Guido Gezelle– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 237] [p. 237] XXXVI Octavie Rosalie de Coene 19 April 1878 Goevrijdag was 't dat ik mijn kind zag henendragen naar 't kerkhof! En bij 't kruis aldaar begroeven zij 't! Maria, laat mij U mijn bitter lijden klagen, Maria, Moeder Gods, die ook toch moeder zijt! Mijn kind!... 't Was God getrouw en U, naast God, genegen, met bovenaardsche liefde! Eenvoudig, onbedacht, zoo kende 't God en U en ons! En, met Gods zegen, geen hooger jonste en had noch hij noch ik verwacht! Die schat is weg! Die gunst heeft God mij zelf ontnomen! Waarom? o Moedermaagd, waarom en vrage ik niet: Uw Jesus weet het best, Hij is om haar gekomen, Hij, die mij, moeder, met U, Moeder, weenen ziet. Vorige Volgende