Prospectus
Deze mijne vlaamsche dichtoefeningen worden u aangeboden met het gevoelen als van iemand die een speeltuig uit de middeleeuwen zou trachten weer in te voeren: met het zelfste wantrouwen op goeden uitval, toch ook met geen mindere overtuiging dat er wel iets meê te doen ware, mocht het in betere handen geraken.
Immers het zijn Vlaamsche Dichtoefeningen, vlaamsche, uit Vlanderen, zoo gij wilt; ten minsten wenschte ik dat ze voor zoodanige, niet alleen van stoffe en van styl, maar ook van woorden en van wendingen, mochten gelden.
Bij het werken daaraan heb ik liefst naar oude vlaamsche Dichters opgezien, en zoo veel mogelijk die tale gebruikt die bij Maerlant en andere te boeke staat en die, God lof, alhier nog levende gehoord en gesproken wordt.
Betrouwe dat eenvoudigheid en gemak wel kunnen samenstaan met edele deftigheid, waar die vereischt wordt; en ben geenszins van meeninge dat eigen vlaamsch dichten noodzakelijk tot liedtjeszangerije vervallen moet.
Aan sommigen hebben alreê verscheidene mijner oefeningen behaagd, anderen zullen ze misschien tegensteken; wat er van geworde of niet, zoo blijve ik te vreden in Hem die ons eene moedertale geschonken heeft, en tot Wiens eere ik mijn beste doe om ze in weerden te bewaren.
G.G.
rousselaere, in 't Kleen Seminarie, op Passiezondag, A.D. 1858.