Het veerhuis(1946)–Ida Gerhardt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Ars poëtica Voor M. [pagina 73] [p. 73] Tuin van Epicurus Voor de vrienden. Gij die in eenvoud wilt tezamenhooren, de tiende jaarkring sloot om onzen disch, - waar vriendschap open als het zonlicht is werd ons een ongepeild geluk beschoren. In arbeid werd der uren goud ontgonnen; de volle rijkdom van het eigen ik vindt ieder terug, gespiegeld in den blik van wie aan hem zijn klaarte heeft gewonnen. Zie naar het licht - hoe kleurt het mild en stil ons samenzijn. Wat grenzen zijn gesteld aan wie het noodige slechts nemen wil? Nog ongeweten wegen zult gij gaan. Vriendschap - gij hebt haar reinigend geweld alreeds beseft. Zoo weet: zij ving pas aan. Vorige Volgende