'k Wil rijmen wat ik bouw
(1994)–Arie-Jan Gelderblom– Auteursrechtelijk beschermdHendrik Snakenburg (1674-1750)
| |
[pagina 78]
| |
Men wou de hemel wel bewegen in het midden
Van zulk een hoge nood, waar menig dierb're ziel
30[regelnummer]
Nu drijft op Gods genade op balk, op vlot, op kiel.
Maar (roekeloze mens!) of dit al schoon gebeurde,
Dat gij door uw geschrei de wind en hemel scheurde,
Zou niet uw gierigheid, onmogelijk te verzaên,
Op morgen even stout de tocht opnieuw bestaan?
35[regelnummer]
De dwaasheid houdt niet op Gods goedheid stout te tergen,
En in de straf zijn hulp, als was 't een recht, te vergen.
|
|