Dan kom ik aan, als het schikt
(1979)–Chr.J. van Geel– Auteursrechtelijk beschermdDrie brieven aan Nescio
[pagina 10]
| |
[II]Groet 17 oct '52
Beste mijnheer Grönloh,
En òf dat honend bedoeld is, die ‘Uren met Dirk Coster’! Het is haast een proefschrift in vernietiging. Vlak voor de oorlog liet du P.aant. de toen nog bij de uitgever voorhanden exemplaren te niet doen i.v.m. de ideologische strijd tegen het fascisme, toen ook in zijn wereld door Coster aangebonden. Vandaar de zeldzaamheid wellicht van het geschrift. Ik kan U de niet hoog genoeg te schatten du P. niet genoeg aanbevelen. Buiten dit boek zult ge U steeds vermaken om de slachtingen van Coster en Kosterlijken. Exposeert ‘Ap Sok’? Zijn gaten zeker. U weet dat een huisje in Hargen ‘Wie 't weet, mag 't zegge’ heet? In Hoorn staat op een huisje ‘Wie weet nog hoe?’ En aan het kanaal, het N.H. kanaal, staat een huis met de sombere naam ‘Te laat’. Om op de gedachte te komen het eigen refugium ‘Na mij’ te noemen. Het is vandaag bizonder stil, strak weer. Ook vannacht was het dat. Voor mij een slapeloze nacht, ook al omdat ‘heimwee tevergeefs mijn aandacht spande’. Ik heb namelijk mìjn Ossieaant. ontmoet en na een week hier is zij nu een week bij haar ouders in Maastricht (niet toffelemone!).aant. Ik kom haar eens laten zien. Ik bel dan vooraf op. Haar ‘verschijnen’ is ook de oorzaak van mijn laat antwoord. Met de breuk gaat het uitstekend, ofschoon ik hem soms voel, | |
[pagina 11]
| |
en vreemd genoeg na dagen waarop ik teveel koffers gezièn heb. Doet U de allerhartelijkste groeten aan Uw vrouw,
ook Vale Chris |
|