pag. 7 |
‘het aan ommezijde’ - namelijk het hierna afgedrukt gedicht.
‘Ik was wel drie dagen jarig’ - op 12 september 1952 werd Van Geel 35 jaar. |
9 |
‘verjaardagsgeschenk’ - waar dit uit bestond, is niet (meer) bekend.
‘Uw klein hof’ - waarschijnlijk mede een toespeling op Grönlohs' adres in Amsterdam: Linnaeushof.
‘altijd hetzelfde’ - mogelijk met een allusie aan Nescio's motief ‘God zèlf vervalt in herhalingen’.
‘Ossie’ - zo noemde Grönloh zijn vrouw. |
10 |
‘du P.’ - Du Perron.
‘mìjn Ossie’ - namelijk Thérèse Cornips.
‘toffelemone’ - jiddisch voor katholiek; het woord (eig. tofelemone) had Van Geel kort tevoren leren kennen bij het onderzoek naar Bargoens, waar hij Enno Endt mee hielp. |
12 |
‘de plus en plus étrange’ - Grönloh had Chris verteld van een inschrift, aangetroffen in een toilet in Frankrijk:
A l'ombre d'un palmier
j'ai mangé une orange,
étrange, étrange, étrange
waar een andere hand bij had geschreven:
A l'ombre d'une orange
j'ai mangé un palmier,
de plus en plus étrange.
‘de Postbox-vertalers’ - er was Grönloh gevraagd toe te stemmen in de vertaling van De Uitvreter. Als adres was een postboxnummer opgegeven. In zijn antwoord had Grönloh terloops gevraagd: ‘Woont u in een postbox?’ |