Cronyke van Vlaenderen. Deel 1
(1898)–Jean Froissart– Auteursrecht onbekendVan hoe die cognestabel van Franckrijke ende die marscalk ende dairtoe die bastairt van Lengers reden vysiteren tvlaemsse heer, ende hoe sij hem scicten ende ordyneerden ten strijde.Wair was dat die coninc ende heren die dair bij hem waren ende upt velt lagen, wael wisten dat hem die Vlamingen zeer nabij waren, ende dat sij niet sonder te strijden weder vaneen en souden mogen sceyden; want dair en dadingde nyemant twisschen tween, ende partyen waren elcandere zeer gerende. Aldus most dairomme gevochten werden. Sodat hieromme des woonsdages smorgens over alle die stede van Yperen van coninx wegen gekundicht wert Ga naar margenoot+dat alle mannyeren van volke van wapene hem buyten | |
[pagina 317]
| |
upt velt bij den coninc voegen ende hem elc dair in sine ordynancie stellen soude also sij te voren geordyneert geweest hadden; tot welken gebode elc obedierde ende was so onderdanich dat dair nye mensche van des coninx volk binnen Yperen en bleef dan diegene die die pairden bewairden ende die weder binnen Yperen gebracht hadden doe hoir meysteren dairaf geseten waren; ende weet dat alle die pairden int gemeen meest tot Yperen ende dairomtrent bleven, uutgenomen die van der voirhoede hadden veel van hoiren pairden, up aventuere, of die Vlamingen vluchtich worden, dair dan mede te mogen jagen ende vervolligen, ende oic om der Vlamingen ordynancie van strijde ende anders dairmede te mogen berijden ende oversien, alst noot wesen ende gebueren soude. In deser manyeren bleef die coninc met sinen Franssoysen desen woensdach dair bijeen upt velt liggen niet al te verde van Rosebeke, ende dair ordyneerden sij hore saken te passe van des hem noot was te hebben in den strijde. Des woensdages savonts gaf die coninc ene heerlijke maeltijt sinen III omen, den cognestabel van Franckrijke, den here van Couchy ende noch meer anderer, groter vreemder heren, uut Brabant, uut Henegouwen, uut Hollant, uut Almangen, uut Savoyen ende uut anderen landen, die den coninc te dienste gecomen waren, ende dancse die coninc zeer, ende so deden oic van den vromen, truwen dienste die sij hem dair deden ende bewesen. Ende dair wert doe dien nacht die wake bevolen den grave van Vlaenderen voir des coninx heer ende lijff, dair hij toe hadde VIC glayen ende XIIC andere mannen. Als aldus des woensdages dit avontmael van den coninc den heren voirnoemt gegeven geweest hadde, ende alle die heren van daen scyeden, bleef die | |
[pagina 318]
| |
cognestabel van Franckrijke alre laetste, in meninge om int oirloffnemen metten coninc ende sinen omen te spreken, hoe sijt voirt ansetten souden. So suldy weten dat bij des coninx raedt overdragen ende gesloten was, dat die cognestabel, here Olivier van Clitson, hem afdoen soude van sinen dienste van der cognestablie van Franckrijke, want men verbeyde des anderen dages den strijt te hebben, ende het soude wesen up dien dach alleen die here van Couchy in sine stede, ende hij soude selve bij den coninc wesen. Hieraf gebuerde dat, doe die cognestabel voirt tradt om oirlof an den coninc te nemen, sprack hem die coninc zeer vreendelijken toe, also hij dair wael af geinduceert was, hoe hijt selve seggen soude, ende sprack: ‘Cognestabel, wij willen dat ghij uwen dienste als om den dach van morgen overgeeft ende in onsen handen set, want wij hebben dair enen anderen toe geordyneert, ende wij willen dat ghijselve bij onsen persone sijt ende blijft’, van welken woirden die cognestabel zeer vreemde gaf, want hij dies niet vermoet en hadde, ende hadde groot wonder wat dit wesen woude; doch hij antwoirde den coninck weder, seggende: ‘Lieve here, ic bekenne wael dat my nymmermeer meer eeren gebueren en mach dan mede te mogen helpen uwen edelen persone te bewaren ende te wachten; mer, lieve, here, het soude mynen vromen gesellen, die ic hoire vele hier nu in uwen dienste gebracht hebbe, ende oic die andere edele mannen die in die voirhoede sijn, zeer ongenuechelijken ende verdrietelijken wesen my te ontberen; ende tmochte u wael, dat God verhoeden wille, tot meerderen hinder comen dan bate. Niet dat ic my voir so vrome houde, dat bij mynen toedoene of vromichede uwe saken te beter ofte quader vallen sullen, mer ic seget, lieve here, altijt behouden die correctie van | |
[pagina 319]
| |
uwen hogen edelen rade, omdat ic dese naeste XV dagen anders nyewers up gestudeert noch geymagineert en hebbe dan om te volbringen tot u ende uwer heren ende volkx eeren minen dienste, ende hebbe dairup gefondeert ende geinduceert na myrien concepte den enen ende den anderen, nadat ic se vroom ende verstandelick van begrippe vinde, hoe sij hem in den strijde met horen volke hebben sullen in den beginsel ende aenghanck. Ende, of ic hem nu ontblive ende mergen, als wij bij der gracien Goids onse vyanden bevechten sullen, en sullen sij my dair niet hij hem hebben, mer ic sal se begeven hebben van te mogen raden ende voirt te ordynyeren, nadat ick mijn concept van hoe men den strijt anleggen sal hem eerst int hooft gepredict ende geleert hebbe, also dit spil te hanttyeren alle mijn leven mijn ambochte geweest heeft. Proeft nu selve of sij dair niet bij ontstelt ende ontregelt wesen en sullen, ende oft oic niet confuyselijken voir my wesen en sal; ic sal se voirgestelt hebben an den eersten anstoot, ende selve sal ic afterbliven; ende tsal toe heten onder den ridderscappe, dat ic dit selve uut hoverdyen, ende oic om den minsten sorghe ende die eerste slagen te vlyen, an u versocht ende verworven sal hebben. Bidde u, lieve here, hieromme, als ic alre oitmoedelixte maich, dat ghij doch niet en wilt breken tselve goede upset, dat ic hope dat tot uwer eren ende profijt gemaict ende gesloten is bij my metten jongen edelen, toecomende mannen; ende ic hope, ghij sult dair eere ende profijt bij gecrijgen’. Als die coninc ende die dair bij hem waren dit hoirden, en wisten sij wat dairup te verantwoirden; mer die coninc antwoirde hem weder, dair wijselijken up, seggende: ‘Cognestabel, icken segge niet, noch en hebbe oic niet anders van u vernomen, dan ghij u in alle onsen | |
[pagina 320]
| |
saken hoochelijken gequijt hebt, ende, oft God wille, noch sult, ende dat blijft oic onse volle meninge; mer wij weten wael dat onse here vader u minnede ende betruwede boven allen anderen ridderen of edelen mannen, ende, ommedat hij u so gesinnet hadde, wouden wij oic morgen, onse lijf te bewaren, betruwet hebben voir yemande anders’. ‘Och, lieve here’, sprac die cognestabel weder, ‘ghij sijt so hoochelijken ende Ga naar margenoot+so wael geselscapt met so menygen vromen gefondeerden man in der wapenen, die dair oic met so voirsienygen, rijpen rade toe geordyneert sijn geweest, dat men die ordynancie voirwair niet en mach verbeteren, sodat ghijs, lieve here, dair wail up getroist moight wesen. Ende hieromme, lieve here, biddic u noch, om God, wilt my doch laten begaen met mynen dienste, ende ghij sults morgen, enne God wille bij sijnre hulpen, in uwer vrolijker eerster toecomsten so geluckigen ende hogen dach hebben, dats alle uwe vreenden verblijt ende uwe vyanden bedroeft sullen sijn’. Als die coninc dese woirden hoirde, sprac hij weder, seggende: ‘Cognestabel, ic bins tevreden; begaet voirt, in den name Goids ende des heyligen mans sinte Denijs, met uwer officien ende dat ghij te scaffen hebt, ende ic sal u hieraf niet meer toespreken, want ic weet wael dat ghij in dustanigen saken vele claerre siet dan ic of yemande van dieghene die by my sijn of die my dese woirden eerst voirtgebracht hebben; mer en laet des niet, ghij en sijt morgen ochtent vroech tot mynre missen’. ‘Gairne, lieve here’, sprac die cognestabel, ende hiermede nam hij van den coninc oirlof, ende schiet met groter vreenscappen van dair ende ghinck met sinen luden ende geselscappe in sijn logijs. Alst quam an den donredach smorgens, bereyden alle tvolk van wapene, ende ordyneerden hem wael | |
[pagina 321]
| |
te passe, sowael die voirhoede, afterhoede als in des coninx heer, ende wapenden hem van den hoofden totten voeten, als om terstont ten strijde te gaen; ende hem en gebrack niet dan die huyfde int hooft te setten, want sij waren des wael seker dat sij dien dach niet overlijden en souden sonder te strijden, na alle tijdingen die sij des dages te voren bij horen foeraidgiers van den Vlamingen vernomen hadden, die hem met so groter begeerten toequamen om te strijden, ende niet boven een halve myle van hemluden en waren. Des hoirde die coninc des donredages smorgens misse, ende met hem vele groter heren die hem dair zeer wijsselijken ende devotelijken hilden in der missen, ende baden Gode met groter innicheden dat sij hemluden uptien dach genadich ende behulpelijken wesen wilde ende hemluden den zeghe over hoere vyanden verlenen. Recht als dese misse gedaen was, rees so grote ende dicken miste an den hemel rechtover theer ende dairomtrent, dat een mensche nauwe een ander twee roeden weechs van hem bekennen en mochte, dair dese heren zeer qualijken af te vreden waren, mer doch ten was niet te beteren. Als die coninc na der missen uut sine bedingen an Gode gedaen uprees, waren dair bij hem die cognestabel ende meer andere groter heren, die up hem wachten om dair te sluyten hoe ende wat men doen soude. Dair wert doe geordyneert dat die cognestabel ende here Jan van Vyenen, admyrael van Franckrijke, ende here Willem van Poytiers, bastairt van Lengres, dese III uutgelesen vrome ende besochte ridderen, in der wapene souden rijden te samen om der Vlamingen heer ende ordynancie over te slaen ende te besyen, als sij alrenaeste mogen, ende dair den coninc met sinen omen die tijdinge ende gestant af wairachtelijken overbringen, binnen welker tijt | |
[pagina 322]
| |
die here van Labreths ende here Huge van Calons souden onledich wesen onder Franssoysen strijt te ordyneren. Ende hiermede schieden dese III stoute ridderen van den coninc ende saten up een coursier van groten vordele, als elc van hem drien wael betaemde te hebben, ende reden dair sij tvlaemsche heer vermoeden te vinden ende dair sij des nachfs ghelogiert hadden hem. Nu was wair dat, doe dese grote miste aldus geresen was ende die Vlamingen hadden hem alle, eert daeghde, in strijde geordyneert buyten uptie starcke plaetse dair ic voiraf geseyt hebbe, ende aldair in goeder ordynancie van strijde gestaen totdat dach ende wael omtrent VIII uyren was, ende en hoirden noch en vernamen niet van den Franssoysen, ende sagen hem dair te samen, so starck ende in groten hope, so rees die verwaenthede ende hoverdye in dese Vlamingen, ende begonden dese cappiteinen dair onderlinge tot malkanderen te seggen: ‘Wairna staen wij hier, ende verstijven ende lijden dairtoe grote coude an onse voeten? Wairomme en strijken wij niet voirt met enen vryen moede, nadat wijs doch wille hebben onse vyanden te versoeken? Dat wij hier vele bliven staen ende wachten is te vergeefs, want die Franssoysen en sullens hem niet bewinden ons hier uut te comen halen, al stonden wij hier tot meye toe. Laet ons ten minsten gaen met onse hope tot upten Guldenberch, ende dair tvoirdel van den berch nemen tot onser baten’. Dese woirden vyelen so breedt in horen hope ende so menichfoldich, dat sij dair gemeenlich inne consenteerden tot upten voirseiden berch te gaen, die twisschen hem ende den Franssoysen lach; dair sloegen sij doe omme, om desen druygen sloot te schuwen, after om dat buskijn, ende namen dat voirdel van thruyme velt. Recht als sij dus quamen drayen om dit bus- | |
[pagina 323]
| |
kijn voirseit, quamen hem recht te punte in den mont dese III fransse ridderen, die se doe bij goeder moeten ende te passe oversloegen, ende bleven dair ene goede wijle uptie lefter zijde, up ene boochschote weechs na omtrent hemluden rijdende. Ende doe sij se al langes ende wail te passe an die een zijde bereden ende overgeslagen hadden, hoewael sij niet goet over te slaen en waeren, want sij zeer ineengedrongen ghingen, reden dese III heren omme an die andere zijde over, ende bereden se dair al die rechter zijdeGa naar margenoot+ over ende weder over, ende besagen se ende oversloegen se in alle hoir ordynancie tot horen passe, in die dicte, in die lengte ende oic in die breedte; twelke dese Vlamingen alle wael sagen, mer en gaven dair niet omme, noch nyemant en tradt om horentwillen uut sine ordynancie also vele als van enen voete. Oic waren dese III Franssoysen so wael gereden ende verstonden hem dies speels so wael, dat sij niet te belopen en waren. Als Phillips van Airtevelde dit gevairdt van desen III ridderen sach, sprack hij tot sinen cappiteinen: ‘Gesellen, al stille! al stille! Laten wij ons setten in ordynancie om te vechten, want vrijlijken onse vyanden en sijn niet te verde van ons; ic hebbe wael gemerct an desen III uutgemaecten gesellen te pairde, die ons dus berijden ghins ende weder; dese hebben ons overgeslagen, ende overgesien onse ordynancien hoe wij ten strijde gestelt sijn’. Ende met desen Phillips bevele hilden alle die Vlamingen stede, sonder meer voirt te gaen totten Guldenberchge wairt an, mer setten hem alle in enen hope, zeer starck ende dicke vaste in een gedruct. Dair hief doe Phillips up, ende sprack dair overluyt: ‘Mijn lieve vreenden, als broeders ende goede getruwe kinderen alle, twert nu hier te doen; ende, alst int vergaderen sal comen, so gedeyncket doch elc uwer hoe | |
[pagina 324]
| |
dat onse vyanden verwonnen ende van een gescheiden werden in den strijt voir Brugge, ende nyewers anders mede dan metdat wij ons so dicht ende vaste in een hilden, dat men niet twisschen ons comen noch scheiden en mochten; ende, doewij noch nu also, so siju wij starck genoech; ende elc man sie dat hij sinen stock recht up voir hem drage, ende vlecht u vaste in een met uwen armen, updat men niet twisschen u comen en mogen, ende gaet altijdt also al duwende doir, sonder te haesten recht voirwairts uut, sonder te draeyen ter eenre zijden of ter andere; ende recht int vergaderen, so laet alle onse boussen ende vogelaren tevens recht in der vyanden hope laten, ende desgelijcx oic alle die wijndaesbogen, ende hiermede sullen onse vyanden zeer verslagen ende gescheyfelt werden’. Doe Phillips aldus sijn volk geordyneert ende geleert hadde hoe sij hemluden ende in den strijde voegen ende weren souden, schickede hij hemselven uptie ene vluegele sijns heer, dair hij tmeeste gelove ende betruwen up hadde, ende sprack dair tot sijn paedge, die upt coursier dair altijt bij hem gehouden hadde, seggende: ‘Rijde wech, du, ende houde dy metten pairde uutie scote onder ghint buskijn, ende verbeide mijns dair; ende, alstu gewair wortste dat die Franssoysen hem scheyden ende vluchtich werden ende onse volk na beghinnet te jagen, so bringe my dit pairt, ende roepe mynen crye; alleman sal dy dan ruymen ende den wech openen, want ic sal voirbij ende metten gesellen int jagen na den vyanden wesen’. Ende hiermede schiet sijn paedge metten coursier van Phillips, ende reedt dair hij hem hadde te houden, ende Phillips bleef dair up die vluegele, ende dair nam hij oic bij hem LX engelse airtsiers, die hij bij hem hadde ende zeer wael betruwede. Overmerct | |
[pagina 325]
| |
doch of dese Phillips hem niet met sinen volke zeer wael geordyneert ende gestelt hadde om te strijden, my dunct in der wairhede, ja hij, ende so deedt oic velen anderen vromen mannen, die hem harde wael ter wapene verstonden; ende hij en ontghinck hem in alle deser ordynancie nye dan in ene sake, ende die was dese, dat hij uutie starcke plaetse schiet met sinen volke dair hijt des selven morgens voir dage begrepen hadde ende sinen strijt te passe geordyneert; want, hadde hij dair gebleven, die Franssoysen en haddens dair nymmermeer comen bestrijden, of, haddent die Franssoysen bestaen, thadde hem allen om lijff ende goet verloren te hebben gheweest, so quaet souden die Vlamingen dair uut hebben gheweest te crijgen; mer sij wouden togen dat sij mannen ter hant ende vroom van harten waren, ende die hoir vyanden weynich achten ende ontsagen, ende dat mislucte hem. |