Cronyke van Vlaenderen. Deel 1
(1898)–Jean Froissart– Auteursrecht onbekend
[pagina 304]
| |
Hoe die coninc van Franckrijke van Yperen Schiet met alle sijn heer, ende hoe Phillips hem bereyde om tegens den coninc te strijden.Doe die coninc van Franckrijke ende alle theere, voirhoede ende afterhoede, tot horen wille upten berch van Yperen lanck genoech getoeft, ende dair grote marcte gehouden, ende grote geroofde goeden dair gebult, gepairt ende voirvercoft hadden den vreemden coopluden, die hem dairomme toegecomen waren uut verren hoecken, van Rijsel, van Doirnicke, van Douway ende van anderen steden ende dorpen, (want sij die goede werviese, messenensse ende poperinge lakenen so goeden cope gaven dat men wael tlaken tot enen goeden tabbairt om ene francke van hemluden betuyghde; oic waren dair andere vreemde ruyteren, als Bertoenen ende oic uut anderen landen die meer winnen ende van horen geroofden goede maken wouden; dese loeden hou pilgaedse, als lakenen, wollen of linnen, tafellakenen, bedden, tijckten, dekenen, voederye, goud of sulver, coperwerch, tynnenwerck ende anders up goeden wagenen ende pairden, ende senden dat bij hoeren dienren of gesellen weder afterrugge over die riviere van der Leye in Ga naar margenoot+besloten steden; ja, die zommige voirt in Franckrijke), schiet die coninc van den berch ende quam binnen der stede van Yperen, ende alle die grote heren met hem, sovele als dairbinnen logieren mochten; dair hij doe bleef rusten wael IIII of V dagen. Hieraf waren die van Brugge wael geinformeert, ende van al dat die coninc van Franckrijke binnen Yperen te handen toich, ende oic van hoe alle tlant van Yperen, westwert tot Greveningen toe, hem in handen ende tot onderdanichede gecomen waren, sodat sij niet en wisten wat doen, wair an hem te senden | |
[pagina 305]
| |
om mede te dadingen, of hemluden te voegen hem te wederstaen; doch dat bleef up dien tijt staen, sonder bij hem te senden off genade te verzoeken; ende die zake principalijken wairomme was dese: sij hadden uptien tijt wael VIIM man uut hoire stede liggen bij Philps van Airtevelde voir Oudenairden, ende oic so hadden sij noch van horen notabelsten poirteren binnen Gendt tot ghijsele liggen, wael tot VC personen toe, die dair alle gelegen hadden zeder den tijt dat Philps Brugge gewonnen hadde, om ymmers altijt te bet meyster van der stede te wesen; ende dairtoe, so waren noch dairbinnen Pieter van Busch ende Pieter die Muytere, die hemluden goeden troist gaven, ende onderwesen dair dagelix tvolk, seggende: ‘Ghij heren, en weest niet verslagen noch mismoedich, of die coninx van Franckrijke tot Yperen toegecomen is; ghij hebt doch wael gehoirt tot menyghen tijden hoe voirtijts die schone coninc Philps van Franckrijke alle sine machte hadde in Vlaenderen al tot voir Cortrijken toe, mer wat gevyel dairaf? Sij worden dair van onsen ouderen alle ternedergetogen ende dootgeslagen; ende so houd ick dat dese noch alle mede gevangen ende geslagen sullen bliven, eer sij weder van ons geraken sullen connen, want, dair en twyvelt ons niet an, Philps van Airtevelde en sal sinen hope te samen steken, die overgroit ende machtich is, ende sal den coninc metten sinen bestrijden, tgelde dat gelden mach; ende, sonder twyvel, na tgoede recht dat wij hebben, ende oic na der zeghezalichede die die van Ghendt gewoon sijn te hebben, Phillips sallen ternedertrecken ende alle den hope met hem, ende is wael gescepen dat hoire een niet wech en sal comen connen, mer alle doot of gevangen bliven; ende dan so is weder alle tlant met dien strijde gewonnen, ende dan so blijffdy, van dier tijt voirt tot ewygen | |
[pagina 306]
| |
dagen, heren ende ongemoeyt van yemande, ende sult alle die werelt doir voir vrome, getruwe mannen vermairt werden, die voir u recht hebt dorren vechten; welke vryheden ende rechten ghij dan voirt ewelijken besitten ende in vreden gebruken sult, ende sult dair dan oic mede verwerven Philps van Airtevelde hulde, ende voirt onser alre van Gendt’. Onder dies dat Pieter ende Pieter voirseit aldus arbeyden tot Brugge ende onderwesen dair tvolk dat sij metten coninc van Franckrijke niet dadingen en souden noch overcomen, quam binnen Brugge die tijdinge hoedat die van Gendt die in Engelant geweest hadden weder tot Calijs an desen zijde gecomen waren, ende met hem een ridder uut Engelant gebracht, genoemt here Willem Freneton, als voirseit is, die van des coninx wegen overgesent waren in tgemeen lant van Vlaenderen met zekere bootscappen, roerende van te bezegelen zekere verbanden die die coninc van Engelant hadde doen bescriven ende van den Vlamingen bezegelt begeerde te hebben. Welke tijdinge tot Brugge overgescreven wert van here Jan van Wrues, cappiteine van Calays, ende dese cappiteine wairscuwede dien van Gendt tot Calays gecomen wesende, dat sij niet doir en souden mogen comen tot Brugge, want die coninc van Franckrijke lage tot Yperen, ende alle tlant van dair tot Yperen waer ommegeslagen ende in des coninx handen van Franckrijke gegaen, ‘ende ic vermoede’, sprack hij, ‘dat wij cort andere nyewe ruytermaren ende tijdingen hebben sullen, want men zeeght ons hier dat Philps van Airtevelde alle sine machte vergadert om den coninc te bestrijden, ende dair sel men dan wael sien wie scoonste velt behouden sal; ende dairna moighdi u dau rechten, want, worden die Vlamingen ternedergetogen, voirwair so en | |
[pagina 307]
| |
zie ic niet dat ghij yet in Vlaenderen te doen sult hebben, ende, leechts die coninc terneder, so ist alle ons an allen zijden’. ‘Ghij segt oic wair’, sprack here Willem Freneton, dairup dat doe die burgeren van Gendt tot Calays bleven leggen, ende met hem here Willem voirnoemt. Nu willen wij gaen tot Philps van Airtevelde ende spreken van hoe hij sine zaken voirt anleyde. Wair is dat hij zeer in den sinne hadde den coninc te bestrijden, als hij oic wael bewees, want hij quam binnen Gendt ende gheboit dat alleman, die wapene dragen mochte ende sijnre leden machtig was, hem volligen souden, mer die stede bewairt blivende. Dit gebodt wert gevollicht, want hij dede den volke te verstaen dat hij, bij der hulpen Goids, die Franssoysen alle ternedertrecken soude, ende so souden die van Gendt dan heren wesen ende bliven van allen nacien. Hierup bracht Philps voir hem uut Gendt ende van dairomtrent, bij den laetsten ban XM man, ende streeck dairmede voir Oudenairden; ende hij hadde alrede tot Brugge gesent, ten Damme, tot Airdenburch, ter Sluys ende dairomtrent, langes der zeestrange, ende oic in den IIII Ambochten, in die castelrye van Gheeraertsberghe, van Denremonde ende van Aelst, sodat hij dair in dien hoeck te samen stack wael XXXM gewapent, dair hij doe enen nacht mede liggen bleef voir Oudenairden, ende des anderen dages schiet hij van dair ende tooch na Cortrijke, hebbende in sijn geselscap wael LXM man. Dese tijdinge quam voir den coninc ende denGa naar margenoot+ franssen heren, hoedat Philps van Airtevelde hem tegensquam, wael met LXM man, ende dat hij hem zeer genaecte. Dair schiet doe des coninx voirhoede van Yperen, dairin waren die cognestabel ende marscalken van Franckrijke, ende togen logieren | |
[pagina 308]
| |
I 1/2 myle van daer te lande wair inne, twisschen Rousselair ende Roosbeke; ende des anderen dages quamen dair die coninc met alle sinen heren logieren, onde oic die voirhoede ende afterhoede alle te gader, dair dese heren doe int velt vaste vele moeyenisse hadden, want twas in therte van den winter, als int beginsel van decembri, ende was een regenich, onreyn weder; dair mosten alle die grote heren snachts in in hoir harnasse int velt slapen, want sij van uyre te uyere den strijt wachtende waren, want hem quamen vele tijdingen uuten lande int heer, seggende: ‘Weest des zeker, mergen suldy uwe vyanden up uwen dach hebben’, ende dit vernamen die gesellen die doir tlant om foeraidse te rijden plagen. Aldus lach dair die coninck gelogiert mids int heer onder alle sijn volk, ende verwachten dair Philps coimste, ende waren die fransse heren qualijken tevreden dat Philps so lancsem anquam, want sij hadden wael expedicie ende cortinge van der sake genomen, overmidts dat sij zeer quaet te liggen was in dat coude weder. Ghij moight wail deincken allegelijck dat, doe dair die coninc so met alle sijnre machten vergadert lach, hij menygen groten edelen ende vromen man in sijn geselscappe dair hebben moste. Ende, des alle niet wederstaende, was Philps van Airtevelde met sinen Vlamingen so verwaendt dat sij hoire niet en ontsagen noch en achten, ende dat bleeck wael als sij den coninck te gemoete quamen om te bevechten, want, hadden sij bliven liggen in hoir besit voir Oudenairden, ende hem wat gebolwerct of gestarct, mits dat dair oic so regenich ende vuchtich was, die coninc soudse dair wael hebben laten liggen ende en souts hem niet gairne bewonden hebben Phillips met sinen Vlamingen dair voir Oudenairden verzocht te hebben, of, hadde hij Philps dair versocht | |
[pagina 309]
| |
het hadde sorchelijken voir hem ende alle sijn geselscappe geweest ende en hadde niet ghescepen geweest voir den coninc ende die sijnre hem dies verlachen te hebben; mer Phillips verhief hem ende gloryeerde so zeer up dat geluck ende in der victorien die hij voir Brugge gehadt hadde, dat hij hem al liet duncken dat hem nyemant en soude mogen wederstaen, ende en vermoede niet anders dan noch te werden een die meeste here van alle der werelt. Dese grootheit stont hem altijt voren, ende dair plach hij wael up te ymagyneren, ende hieromme en ontsach hij noch den coninc van Franckrijke noch alle sine machte, als ghijselve wael begrijpen moight; want, hadde hij den coninc ontsien, hij en hadde niet gedaen dat hij dede, als ghij nu hierna horen sult. |
|