Cronyke van Vlaenderen. Deel 1
(1898)–Jean Froissart– Auteursrecht onbekend
[pagina 1]
| |
Van den lande van Vlaenderen ende sine wederstotenGa naar margenoot+ ende grote ongevallen.Wij willen ons verdragen van meer op deseGa naar margenoot+ tijt van deser materien te spreken, ende treden in der materijen des oirloges van Vlaenderen, die nu in desen tijden oic opresen, die zeere fell vielen, ende menich mensche om doit bleef ende gemeenten overgevallen ende te niete gedaen werden, dat lant ommegeroert ende gedestrueert so zere dat men doeGa naar margenoot+ te seggen plach dat binnen den naisten toecomenden C jaren dat lant van Vlaenderen niet weder in alsulken state, noch die lude dairin wesende, comen en souden mogen alst voir dit oirloge ende noch int begintsel des oirloges geweest hadde. Nu willen wij seggen ende u kundigen bij wat toetissinge dit quade oirloge ingebroken, toegebracht ende begonnen wert.
Ten tijden als dese nijdicheden ende tribulacien eerst in Vlaenderen resen was tlant aldair also zeer vervollet van rijcdomme ende van alle guet ende weelde dat dies niet wail te seggen en is, ende hilden oic die luden dair in den gueden steden gemeenliken also groten state dat dies een wonder was te sien ende na te seggen. Gij sult weten dat dese twijdracht in Vlaenderen niewers of toe en quam dan uut hoverdije ende hate, die die goede steden des lants van Vlaenderen op malkander hadden, als die van Gendt op die stede van Brugge, die stede van Brugge wederom op die van Gendt, | |
[pagina 2]
| |
ende diesgelijcx die andere steden elc opten anderen; mer dair was also veel verhals, dat dair geen oirloge principalijken onder hemluden dairom oprijsen en mochte, ten moste in dien tijden bij consente ende toedoen hoirs heren des graven van Vlaenderen toecomen, want die ontsagen ende minden sij so zere dat niemant van hemluden hem vertoirnen en dorste noch en wilde. Oic so was dese grave zeer wijs ende subtijl, ende plach zeer te verhoeden oirlogen of gescillen laten rijsen twisschen sine ondersaten meer dan daer ye grave voir hem gedaen hadde. Hij was altijt zeer cout ende hert te informeren om tot enen oirloge te bringen, ende plach dair zere node an te comen; want hij conde wail over ymagineren dat, so wanneer hij in onvreden stondt tegens sine landen, of sine landen onderlinge, hij selve dairbij veel te min van sine nagebueren ontsien ende geacht soude wesen. Noch ontsach hij zere toten oirloge te comen om eene andere sake die hem int ende dairof soude moeten comen, dat was dat grote verlies ende verderfnisse van bloetstortinge der menschen totten verliese hoire gueden ende have; ende hij hadde altijt geleeft ende geregnijeert in groten voirspoede, in vreden ende in genuechten van vliegen, jagen ende beyten dan enich airtsch here in sinen tijd dede. Doch so wies hem dit oirloge op die handt dat uut so cleynen struyke dat, gemerct die grote wijshede ende voirhoedichede die in desen grave was, en soude mogelic niet uut so clenen oirsake gesproten noch geresen en soude mogen hebben. Aldus mogen dan seggen diegene die dese materije sullen lesen of doen lesen, dat dit niet dan een werk des duvels en was, want ghij weet wail ende hebt genuch horen seggen den wijsen dat die duvel altijt dair op uut | |
[pagina 3]
| |
is, ende studeirt dair dach ende nacht op, hoe hij twiste, gescille ende oirloge toebrengen mach, dair hij vrede ende minne weet, ende trect altemet saftelijken te mogen comen tot sinen bosen opsette. Twelke nu oic aldus gebuerde in desen tijden int lant van Vlaenderen, gelijken gij dat clairlijken sien ende bekennen sult bij dier tracteringe ende oirdinancien hierna volgende. |
|