afgeschreven, en dat alle de daarbij behoorende Tekeningen gereed zijn; dat het Werk, onder anderen, ook behelst eene Beschrijving van eene volledige Hollandsche Boerenwoning, Stalling, Hooischuur enz. en Afbeelding van hetzelve, volgens Timmermans en Metselaars-Bestek, als mede eene Afbeelding van allerlei Stalgereedschap en verschillende Hooibergen, benevens Beschrijving van het Hooijen en Beschrijving en Afbeeldingen van het Boter en Kaas maken en de Werktuigen daartoe gebruikt wordende, zoo als breeder in het Berigt van Inteekening is vermeld: dat dit in dien rang, zoo als het in het Werk is ingevoegd, zal worden uitgegeven, maar dat wij bereid zijn om de Stukken, welke het Huishoudelijke behelzen, uit te geven voor die Stukken, welke volgens de rangschikking van dit Werk nu moeten volgen, indien de Heeren Inteekenaren, of eenige derzelve, daartoe hun verlangen te kennen geven: anders zal het op zijne plaats, waarin het nu is, volgen, en wij zullen, zoo als boven vermeld is, met de uitgaaf van het geheel, allen mogelijken spoed maken.
Nog kunnen wij niet nalaten van eene in het eerste Stuk dezes Werks begane misslag melding te maken, bestaande daarin: dat op de derde Tafel, geplaatst tegen over bladz. 149. (bevattende eene berekening van het getal Rundvee in de Vereenigde Nederlanden) staat: dat dezelve is opgesteld door den Hooggel. Heer j.h.v.d. palm, als Lid van den Raad der Binnenlandsche Zaken, terwijl wij nader geinformeerd zijn, dat dezelve wel door den Heer v.d. palm is geteekend, als toenmalige Voorzitter van dien Raad, maar dat dezelve eigenlijk is opgesteld en in orde gebragt door den Heer j. kops, Commissaris van Landbouw enz. in 's Hage.