Verklaaring van plaat VII.
Fig. A. | Vertoont saamvereenigde Kluit-Keisteenen, door een zwart Yzerhoudend Okerzand verbonden, zoo als men by Naarden geheele doorgaande Beddingen vind, welke nogtans op de eene plaats vaster zyn dan op de andere. Op Bladz. 61 en 776, en byzonder Bladz. 852, is deszelfs beschryving te vinden. |
Fig. B. | Is de natuurlyke Afbeelding van eenebruinkoleurige doorgesneeden Aëtites, of zogenaamde Adelaarsteen of Klappersteen, by de Duitschers Klepperstein. Het is een der grootste Soort, zoo als men ze, in een leemagtigen Zandgrond, by Naarden, vind, en waar van een kleener, dwars doorgebrooken, in het Agtste Deel der Hollandsche Maatschappy, verbeeld is. Men ziet in deezen uitneemenden grooten Steen, de aangroejing der laagen, en, in 't midden, de geele Okerpit, los en onverbonden uitsteeken. De verdere betrekking, die deeze Afbeelding tot dit Werk heeft, is te vinden op Bladz. 381; alwaar men voor Plaat VIII, Fig. B. in de Kanttekening, te leezen hebbe Plaat VII, Fig. B. Zie breeder Bladz. 954. en vervolg. |
| |
Fig. C. | Vertoont een schoone veelverwige Agaatkei, welkers beschryving Bladz. 818, en byzonder 828 is opgegeeven. |
Fig. D. | Is de juiste gedaante van eene geäderde Kei, zoo als 'er veele aan onze Stranden aanspoelen. Op Bladz. 754, dog hoofdzaaklyk op Bladz. 810, en vervolgens, komt dit stuk in aanmerking. |
Fig. E. | Deeze zeldzaame Driekanthoekige Keisteen, is op Bladz. 807, en vervolgens, juist beschreven. |
Fig. F. | Wegens dit platte Zandkeitje, moet nagezien worden Bladz. 812 en 813. |
Fig. G. | Een kleen Stukje van de Zandige Porphyrsteen, die anders ook wel Granitsteen genaamd word, doet zig hier op. Zie Bladz. 826, 830, 831. |
Fig. H. | Is de gedaante van een stukje groen geäderde Quarts-kei, op Bladz. 804, gedeeltlyk beschreven, met aanduiding van Plaat VII. Fig. G. moet zyn H. Zie wyders Bl. 811. |
Fig. I. | Dit zwarte, uit vaste laagen saamgesteld, Steentje, is tot Bladz. 753 betreklyk. |
| |