gen de glorie der Apostelen!’ - Maar de hemel zwijgt, de aarde blijft stil, en Bartholomeus Bartholomeeuwissen heeft wat anders te doen dan de glorie te zingen van Nonkels naamfeest.
Daar moesten, me dunkt, de Paters toch 'ns op letten, en elken dag, na 't morgengebed, proclameeren; ‘Beste jongens, 't is vandaag, in den hemel zooals op den almanak, 't feest van dezen of genen Heilige; en als er onder u iemand zit die b.v. een Nonkel heeft, vooral een Nonkel Pastoor, die naar dien naam luistert, die gelieve aan dien Nonkel, met mijn complimenten, zijn beste wenschen te schrijven. Want 1o) dat is zalig; en 2o) dat is beleefd; en 3o) dat is voorzichtig!’ -
Ik meen inderdaad, Bertje, dat het zalig is een zalig naamfeest toe te wenschen aan een Nonkel, vooral aan een Nonkel Pastoor. 't Moet inderdaad O.L. Heer zelf treffen, vlak in Zijn hart, als Hij verneemt dat een dierbare neef aan zijn dusdanigen Nonkel - en een Nonkel Pastoor! - de zaligheid toewenscht, de eeuwige zaligheid; dat is O.L. Heer zelf!...
En 't is ook beleefd... Want de minste beleefdheid, die ge een Nonkel - vooral een Nonkel Pastoor! - kunt bewijzen, is toch weil hem een naamfeest toe te wenschen. Dat's wat ze noemen een ‘attentie’. En ge laat er bij zien dat ge schoonekes en deftig zijt opgevoed.
En 't is ook nog voorzichtig... Want als ik b.v. eens in mijn krikkele schoot en om uw vergetelheid uw huid afstroopte of uw hoofd afsloeg, wat zoudt