Brieven van Nonkel Pastoor
(1935)–Emiel Fleerackers–
Auteursrecht onbekendEmiel Fleerackers, Brieven van Nonkel Pastoor. Bode van het H. Hart, Alken 1935
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Brieven van Nonkel Pastoor van Emiel Fleerackers uit 1935.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (2, 8, 122, 128) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
Brieven van Nonkel Pastoor
[pagina 3]
Brieven van Nonkel Pastoor
E. FLEERACKERS, S.J.
UITGEGEVEN DOOR DEN
‘BODE VAN HET H. HART’
ALKEN
[pagina 4]
De licentia Superiorum Ordinis.
Imprimi potest
Leodii, 1 Jun. 1935.
G. Simenon, Vic. Gen.
[pagina 5]
INHOUD
| 1e Brief. - | Bertje is veilig op het College aangekomen, heeft Pater Rector reeds van verre gezien en met den professor gepraat, die hem vriendelijk ontving | 9 |
| 2e Brief. - | Bertje is zeer beschaamd, omdat de meester, in de klas, zijn naam vroeg en omdat de leerlingen luid-op lachten, toen ze hoorden: Bartholomeus Bartholomeeuwissen | 14 |
| 3e Brief. - | Bertje heeft het nieuwe schooljaar slecht ingezet: hij heeft een straf opgeloopen omdat hij te laat is opgestaan en te laat in de H. Mis gekomen | 19 |
| 4e Brief. - | Bertje heeft een groene kaart gekregen voor onbeleefdheid. Hij had aan Pater Adams een toenaam gegeven. | 25 |
| 5e Brief. - | Bertje smeekt Nonkel om vergiffenis voor zijn groene kaart, zendt hem tevens een gulden kaart op met 20 punten voor elk vak, behalve één 19 voor aandacht in de klas | 31 |
| 6e Brief. - | Bertje heeft om een vulpen geschreven, liefst 'ne Waterman. Daar wint hij tijd mee uit | 37 |
| 7e Brief. - | Bertje vraagt voor toekomenden trimester een schoon kravatje, en een nieuw hoedje en een lange broek | 43 |
[pagina 6]
| 8e Brief. - | Bertje heeft een slechte kaart verdiend; maar 't was de schuld van zijn gebuur!... En nu heeft hij in de studiezaal een ander plaats gevraagd | 48 |
| 9e Brief. - | Bertje ligt ziek te bed met influenza | 53 |
| 10e Brief. - | Bertje heeft een ganschen avond geweend omdat hij Nepos niet kon vertaald krijgen. En nu is hij den moed kwijt | 58 |
| 11e Brief. - | Bertje heeft een vriend gevonden. Hij heet Jan Spiegeleire en kijkt wat scheel en zijn vader is veearts | 64 |
| 12e Brief. - | Bertje schrijft om een (milde!) aalmoes voor een Pater, die naar Congo vertrekt | 69 |
| 13e Brief. - | Bertje is laatst in den prijskamp van Oude Geschiedenis... Hij dacht dat hij alles kende... Hij had zóó zijn best gedaan!... En nu is hij ontmoedigd | 75 |
| 14e Brief. - | Bertje vindt het zeer vervelend te moeten studeeren... En hij is weer ontmoedigd... | 81 |
| 15e Brief. - | Bertje is ‘souffleur’ in een tooneelstukje, een drama, en toekomenden keer mag hij zelf meespelen | 87 |
| 16e Brief. - | Bertje is eerst in godsdienstleer en vraagt nu om een Sint-Niklaas | 94 |
| 17e Brief. - | Bertje, op vakantie bij zijn vriend Spiegeleire was vergeten Nonkel een zalig naamfeest te wenschen, en vraagt om excuus | 100 |
| 18e Brief. - | Bertje is nu tevreden | 105 |
| 19e Brief. - | Bertje denkt er soms aan missionaris te worden; nu gaat zijn hart naar Lapland, dan naar Congo | 111 |
| 20e Brief. - | Bertje laat weten dat hij binnen drie weken naar huis komt; dit is zijn laatste brief, dus hij verwacht Nonkel op de prijsuitdeeling | 118 |