fulgure; dat is: verre van den dondergod, staat ge verre van den bliksem. - Dat is waar; maar de ouden waren heidensche menschen, die geen liefde kenden. Maar P. Rector is een christen mensch, en hij heeft een hart, en hij bemint als een goede vader al zijn kinderen. En moge O.L. Heer hem zegenen!
Voor een eerste maal dus heb ik er vrede mee dat ge P. Rector slechts van verre gezien hebt... maar ben er blij om dat ge toch het 2de puntje van Caesars programma hebt verwezenlijkt: vidi!... Ik heb gezien!...
En item verwezenlijkt is 't derde puntje, dunkt me: Vici!... Ik heb het hart van mijn professor al ingewonnen... Veni, vidi, vici!... Ik kwam, ik zag, ik overwon!...
Die Caesarsleuze maakt, laat me 't aldus zeggen, de synthesis uit van uw eersten brief, het kort begrip ervan.
Nu zegt ge me daar dat ge met Pater Professor gepraat hebt. Naar ik vermoed, is het echter Pater Professor, die met u gepraat heeft. Maar dit komt er minder op aan, vermits het er zoo vriendelijk toeging. Ik hoop nu maar dat het mag blijven duren en dat in uw onderhoudjes met P. Professor steeds dezelfde vriendelijkheid, wederzijds, moge heerschen! - Maar spreek ermee rechtuit, loyaal, vol vertrouwen. Dan zal hij iets van u maken, op drie maanden tijds, waar ge zelf van verschieten zult... Maar luister dan naar zijn goeden raad, en doe wat hij zegt. En groet hem van mijnentwege hartelijk en beleefd... Beleefd zulle! -