de allereerste en allerzaligste leering der wereld móet hij onthouden... En ik wil mezelf niet bestoefen, maar in mijn jongen tijd heb ik ook veel geleerd b.v. Grieksch, en sedert veel vergeten, Grieksch vooral; en de professor zei me eens, dat ik wetenschappelijk was aangelegd. En nu helaas! is er 't weten verre uit; maar Goddank! 't schappelijk zit er nog in - 't schappelijk en de Catechismus.
Ja, Bertje, kennen, onthouden, doen, - dat zijn de drie puntjes, maar doen is 't ergste. En doen is 't allernoodzakelijkste. 'n Wilde mensch, die niets van den catechismus afweet, komt gemakkelijker in den hemel, dan een tamme mensch, die zijn catechismus kent en onthouden heeft, maar niets doet van wat hij kent en heeft onthouden.
B.v. Bertje, daar staat aldus: ‘Wanneer behoort men meest het kruisteeken te maken? - En 't antwoord begint aldus: ‘Vóór het opstaan’ - enz. Welnu, déédt ge dat vandaag? gisteren? Zult ge 't morgen doen?... En daar staat aldus: ‘Wat zult gij in de kerk doen?’ - Ik zal eerst Christus aanbidden in zijn H. Sacrament en dan met aandachtigheid lezen de gebeden vóór de H. Communie, bijzonderlijk de akten van geloof, hoop, liefde en berouw.’ - Dat weet ge van buiten, maar dóét ge 't? - dóét ge 't? - enz. enz. enz.
Als iemand aan Tobias in 't Oude Testament had gevraagd: Tobias, welke zijn de lichamelijke werken van barmhartigheid? - hij had ze misschien niet kunnen opzeggen, - hoewel ze in 't boekske staan met groote letter - maar hij dééd ze! En in den