kleine zwaarigheid zou zyn; en 'er hen,
vervolgens, toe aanmoedigen door belooningen overeenkomstig met het eigenbelang,
waar door zy allen natuurlyk geregeerd worden: want ik ken geen volk, welk
baatzuchtiger is dan dit. Dit alles strekt tot een bewys, dat het zeer veel
moeite in zou hebben, om van deze zaaken volkomen onderricht te worden. Wat my
aangaat, ik zal my vergenoegen met te beschryven het geene ik 'er van weet, en
'er byvoegen al wat ik heb kunnen verzamelen, met behulp van myne goede
vrienden, zedert het eerste werk, welk ik over hetzelfde onderwerp heb
uitgegeeven.
En om deze stof, die tegenwoordig zo verspreid is in de geleerde waereld, met
eenige orde te behandelen, zal ik het Dierlyk Ryk in zes
Afdeelingen verdeelen.
In de eerste Afdeeling zal ik spreeken van de Dieren, die vier voeten hebben, en
met hair gedekt zyn, ten minste aan eenige deelen van 't lighaam, en van de
Natuurkundigen Viervoetige dieren genoemd worden.
In de tweede Afdeeling zal ik de Ornithologie verhandelen; welk
woord, van 't Grieksch af komstig, de dieren aanduidt, die het gansche lighaam
met veeren bedekt, en eenen bek hebben als hoorn, en voorzien zyn met twee
vleugels en twee voeten; bekend onder den naam van Vogelen.
De derde zal ten onderwerp hebben de dieren, die op het land en in 't water
leeven, en benevens die op den buik kruipen,