Nieuwe algemeene beschryving van de colonie van Suriname
(1770)–Philip Fermin– AuteursrechtvrijBehelzende al het merkwaardige van dezelve, met betrekkinge tot de historie, aardryks- en natuurkunde
[pagina 56]
| |
welk, gemeenlyk, vier maanden voor den afval van den bloessem geschiedt. Dan zendt men de bekwaamste Negers, om alle de rype peulen af te plukken, om dat zy, noch aan de onrypen, noch aan de bloemen, raaken moeten. Ten dien einde neemen de Negers lange stokken met zich, of, om beter te doen, wringen zy den steel van de vruchten, om ze af te breeken; en als zy 'er manden vol van hebben, leggen zy ze op hoopen op de plaats, en laaten ze daar aldus eenige dagen liggen; daarna opent men de peulen in de lengte, om 'er de pitten, of boonen uit te haalen, die omringt zyn met vleesch, welk men 'er zonder veel moeite afdoet; dit gedaan zynde legt men ze weder in de manden, om ze naar huis te brengen. Zo ras zy daar gebragt zyn, ledigt men ze in de Schuif-bakken van de Koffy-Loots en men bedekt ze met bladen van Banaanboomen, of BalesiersGa naar voetnoot(a) en met eenige matten, of, 't welk nog beter is, met planken, om hun een soort van gisting te doen ondergaan. Deze pitten laat men, geduurende drie of vier dagen, in dezen staat liggen, wel zorg draagende, dat dezelven, al dien tyd, eens daags omgeroerd worden, op dat zy beter te gelyk mogen uitzweeten, hier door | |
[pagina 57]
| |
verliezen zy de witachtige kleur, die zy hadden, toen zy uit de peul kwamen, en worden donker rood, aan welke kleur men gewaar wordt, dat ze genoeg uitgezweet hebben. Hoe meer de Kakau uitzweet, hoe meer zy van haare zwaarte en bitterheid verliest; maar zo zy ook niet genoeg zweet dan is zy bitterer, wordt onderhevig aan wormen, en schiet zomtyds. Als de Kakau ter dege gezweet heeft, laat men dezelve droogen in de zonne, op matten, of wel in dezelfde schuif-bakken, daar zy te vooren in geweest is; dan draagt men zorg, om ze alle dagen, gelykelyk, om te keeren, en te bewaaren voor de minste nattigheid, waardoor zy ontfeilbaar zou bederven. Drie dagen zonne schyn, of wind is genoeg om de Kakau geheel droog te maaken; waarna menze in linnen zakken, of ook wel in vaten doet. Deze boonen of pitten van de Kakau zyn het, die dus toebereid naar Europa gezonden, en verkogt worden aan de Kruideniers of Drogisten, die 'er, gelyk ik in 't voorgaande Hoofdstuk gezegd heb, twee soorten van onderscheiden, te weeten, de groote en kleine Karraka, en de groote en kleine Kakau van de Eilanden; welk onderscheid maar alleen ontstaat uit de verschillende toebereiding, en de grootte der pitten; want tweeërleie soort van Kakau-boomen wordt 'er inderdaad niet gevonden. In Spanje en Frankryk kiest men de Kar- | |
[pagina 58]
| |
raka; doch in Duitschland en het gantsche Noorden is men van een' anderen smaak, alwaar die van de Eilanden verkooren wordt, hoe weinig onderscheids 'er ook tusschen beiden gevonden worde; want men heeft 'er maar alleen wat minder of meerder zuiker in te doen, om de Kakau, naar maate dat zy bitter is, te temperen. Wat aangaat het onderscheid der grootte, dat hangt maar alleen, gelyk ik meen gezegd te hebben, van den aart van den grond af, en van de meerdere of mindere zorge, die men draagt voor derzelver aankweeking. Nogthans zou de wyze, op welke eenige Planters, zedert etlyke jaaren, te werk gaan, de Karraka verkiesbaar maaken boven de Kakau; want zy bedekken dezelve met eenige duimen aarde, terwyl ze uitzweet, welke nieuwe toebereiding haar zo veel goede hoedanigheden geeft, als men zou kunnen verlangen, waarom ik geoordeeld heb, deze byzonderheid alhier te moeten aantekenen. Het voordeeligste in het voortkweeken van de Kacau is, dat men 'er veel minder slaaven toe behoeft, dan tot de Zuiker of Koffy, en dat de overige onkosten naar maate veel minder zyn, zo dat het zeker is, dat indien de Kakau maar een' tamelyk goeden prys geldt, eene Plantagie van deze vrucht een goudmyn is, in vergelyking van die der twee anderen. Maar, het is niet genoeg gesproken te hebben van de bereiding eener vrucht, welke | |
[pagina 59]
| |
overal zo hoog geschat wordt; om myn onderwerp te voltooien, moet ik, daarenboven, een oneindig getal menschen van haare eigenschappen, die hun onbekend zyn, onderrichten. Het is bekend, dat de Kakau veel dikke olie bevat, of een soort van vet, vereenigd met veel aarde, en een middelmaatig gedeelte zout, het zy zuur of scherp, waar uit een zamenmengsel ontstaat, welk oli-en gomachtig, en vet en dik is, waar van de deugdzaamheid dezer pitten af hangt. Door deze ontleeding zal men gemaklyk kunnen besluiten, dat de Kakau een zwaar voedzel is, als men ze raeuw eet; dat ze daar door het bloed en de vogten verdikt, en te meer, dat ze, naardien zy veel vet bevat, de maag natuurlyk overlaadt, en, ongetwyfeld, door een menigvuldig gebruik, verstoppingen veroorzaakt. Dit is de reden, dat de Mexikaanen, welken 'er veel gebruik van maaken, dezelve getemperd hebben met 'er verscheidene speceryen by te voegen, waar door de zamenmenging, thans chokolade genoemd, tot ons overgekomen is; doch waarvan ik geen omstandig verhaal zal doen, om dat zy byna overal bekend is. Ik zal my maar slegts ophouden met haare kracht. Wat de schryvers, die geen liefhebbers van dezen drank zyn, 'er ook van zeggen mogen, kan ik echter niet ontkennen, zonder daar meer van te houden dan zy, dat de Kakau, tot chokolade gemaakt, zo schade- | |
[pagina 60]
| |
lyk niet is, als wanneer zy zuiver gebruikt wordt. De reden hier van is, dat de olie, welke in de Kakau gevonden wordt, door het vuur verdund zynde, op de wyze van olien, die eenen verbranden, of door het vuur toebereiden smaak hebben, de vogten van 't lighaam aanmerkelyk ontbindt, en derzelver beweeging vermeerdert, welke uitwerking men van de chokolade niet ondervindt; want hoewel de Kakau, hoe meer zy gebrand is, hoe grooter kooking der vogten in 't menschelyk lighaam zy veroorzaaken moet, wordt zy echter dunner door de branding, en getemperd door de speceryen, die 'er nogthans niet te veel in gedaan moeten worden, en dus heilzaamer in de volgende gevallen. Men kan my, by voorbeeld, niet betwisten, dat de chokolade, met melk gemaakt, zeer goed zy voor de teering, om dat zy een voedend, vet en zagt sap geeft, welk de scherpheid der vogten kan verminderen; doch zwaarmoedige menschen moeten 'er zich, in tegendeel, voor wagten, om dat derzelver ingewanden byna altyd verhit zyn. Zy is, kortom, goed om de maag te versterken, de verteering der spysen te bevorderen, en voor de borst; zy stilt den hoest en verwekt de waterloozing. Om niets over te slaan van de deugden van de Kakau, zal ik nog zeggen, dat men 'er een soort van vet van bekomt, welk zeer aangepreezen wordt om het voornaam- | |
[pagina 61]
| |
ste gedeelte uit te maaken van de pommades tot blanketzel, en dat ze zeer nuttig is voor spleeten in de lippen en tepels. Ook zegt men, dat ze goed is voor de aanbeiën; doch dit is my onbekend. |
|