van een' tregter;
meesten tyd zyn ze verdeeld in vyf verdeelingen, gelyk de Spaansche Jasmyn, doch
korter. Hunne helmstyltjes zyn wit, en vyf in getal, waar in ze van de
Jasmyn-bloem verschilt, die 'er maar twee heeft. Derzelver kelk is groen, zynde
in vier ongelyke deelen gesneeden, daar zich een styltje uit verheft, dat ook
groen, gekloofd, en aan den grond geplaatst is, en welks benedenste deel of
vrucht-beginzel, dat de bloem ondersteunt, in eene vrucht of zagte bezie
verandert, welker kleur eerst groen, daarna rood, en eindelyk, als zy tot
volkomene rypheid komt, hoogrood wordt. Deze vrucht is zo groot als eene bonte
kers, en heeft aan haar einde een kuiltje of eene soort van navel, of liever een
zagt tepeltje. Haar vleesch is week, bleek en laf van smaak, doch droog wordende
wordt het een weinig scherp, en onaangenaam van smaak. Dit vleesch dient tot een
bast voor twee boonen, zynde het zaad, zo bekend onder den naam van Koffy. De
vrucht kan, gelyk men ziet, niet beter vergeleeken worden dan by eene kersse,
die zeer vast hangt aan den tak.
Men geeft voor dat een Koffy-boom, van vyf of zes jaaren, tien
pond vruchten voortbrengt, welken men tot de helft brengt, wanneer het vleesch
of de bast 'er afgenomen, en de boonen in staat zyn om in de vaten gedaan te
worden. Dit schynt niet veel te weezen; doch men moet 'er byvoegen, dat hy
tweemaal in 't jaar draagt,