Verzameld werk. Deel 2(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 227] [p. 227] Levende Vlam van Liefde Levende vlam van Liefde, Wier tongen, tedere schade, Schroeiend tot in mijn diepste zielskern wroeten: Verzoend nu wat U griefde, Voleindig Uw genade, Doorbreek het weefsel van dit zoet ontmoeten. Vuur dat van vreugd doet beven! Wond waaruit lusten stralen! O liefelijke hand! O teer beroeren! Die smaakt naar eeuwig leven, Uw schuld kwaamt afbetalen, En, dood verslaande, dood tot leven voeren! O brand van vlammen, lampen, Wier helle flonkeringen Der zinnen labyrint en blinde gangen, Lang zwart van nacht en dampen, In nieuwe pracht doen dingen, Met licht en gloed, naar 't Doel van hun verlangen! Hoe liefelijk en begeerlijk, Diep in mijn hart, ontwaakt Gij, Want Gíj slechts hebt Uw heimelijk huis daarbinnen. Uw adem, rijk en heerlijk, Hoe mild, hoe teder maakt hij, Dat ik U, altijd, overal, moet minnen! Vorige Volgende