Verzameld werk. Deel 2(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 201] [p. 201] Benaderingen Vertaalde Gedichten 1916-1943 [pagina 202] [p. 202] I Giacomo Leopardi [pagina 203] [p. 203] De Oneindigheid Steeds was mij dees verlaten heuvel dierbaar, En deze hegge, die naar zoveel kanten De blikken van de verste kimmen afsluit. Maar als ik zit en voor mij staar, verbeeld ik Ruimten, achter die hegge, zónder grenzen, En stilten bovenaards, en grondeloze Rust mij in de gedachte; om welke, bijna, Angst het gemoed bevangt. En daar 'k de wind hoor Bruisen door deze struiken, vergelijk ik Met deze stem die oneindige stilte, En de eeuwigheid doemt op in mijn herinnering, En de dode seizoenen, en dit van heden, Dat leeft, en zijn geluid. Aldus in deze Onmetelijkheid verdrinkt zich mijn gedachte: En schipbreuk is mij zoet in deze golven. 1819 Vorige Volgende