Verzameld werk. Deel 2(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 141] [p. 141] Om het eeuwige verzen 1940 Aan de nagedachtenis van onze gevallenen [pagina 142] [p. 142] Na drie Jaar [pagina 143] [p. 143] Mei-nacht Iedere nacht blinkt, naar mijn tuin, In 't donkere blauw, dicht boven 't duin, Die grote, witte, stille ster. - Bleef ooit een vriend zijn vriend zó ver? Bloei van viburnum tussen 't loof... Te diep wondt, voor nog jong geloof, Dit heimwee 't nooit vervuld gemoed. - Hoe zwáar die geur, hoe vlijmend zoet! De gaal zingt, van onzichtbre wacht, Zijn helle hartstocht door de nacht: Eén roep, en heel de nacht wordt stem. - Hart, hart, zeg hoe bereik ik hém? Vorige Volgende