Verzameld werk. Deel 2(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] Lente In bloesemgeur, en zoelte, en vogelkelen Zwijgt, lente, gij van 't diepst dat mij beroert. Geen tijdelijk thuis-zijn kan 't gemis verhelen, Dat enkel haakt naar wat van hier ontvoert. En toch, hoe goed is 't, roerloos, tegen 't duisteren Geborgen tussen al wat bloeit en wast, Naar 't donkere wonder van úw stem te luisteren, Stil en bevredigd, lente, uw dankbre gast. Vorige Volgende