Verzameld werk. Deel 2(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 105] [p. 105] Op weg Zo lang gegaan - gedwaald? - in 't minderend licht: De dag staag zinkend, achter mij, in 't niet... Ik wend mijn blik naar 't raadselig verschiet, Want daarheen houdt de droom-drang mij gericht. Mijn schaduw valt al op 't beloofde land, Wijzend de weg ter stad waar, wazig voor 't Gebergte, tussen donkere heuvels door, De nacht straks in onzichtbre lampen brandt. Zal ik daar vinden wat mijn hart ontbeert? Ik zie mij stil staan, op de hoek der straat, Angstig, reik-halzend, met verhuld gelaat, - Ach, naar de stem die geen gemis meer deert. Vorige Volgende