Verzameld werk. Deel 1(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 339] [p. 339] [Achter 't gordijn de oranje najaarsbomen,] ACHTER 't gordijn de oranje najaarsbomen, De hulst, en 't huis, en de ene donkere spar, Dit roerloos beeld van ondoorgronde dromen, Aarde zo stil, hemel zo wit en star... En door de goot de erinnering van de regen Een lange sprake dat niet gáns het Al Zo roerloos ligt als deze dorpse wegen, Maar toch, hóe stil haar stage druppelval! Ik voel, nu alle stemmen zijn verklonken, Ook míjn ziel tot dit diep geheim gewijd, Want klank vergaat, maar 't leven, droom-doorzonken, Bezit zijn stilte tot in eeuwigheid. Vorige Volgende