Verzameld werk. Deel 1(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 284] [p. 284] [Gij weet niet hoe't mijn hart ontroert,] GIJ weet niet hoe 't mijn hart ontroert, Als de avond nederzinkt En stil mijn droom de laatste gloed Als vloeibare vrede drinkt, Te peinzen wijl door 't open raam De zuivere hemelschijn En, vol van teer geluk, mijn ziel Elkanders spiegel zijn, Het lied dat zingt hoé stil mijn hart Rust in dat bleke blauw, Te fluisteren als de zin dier zang Dit diepe woord: mijn vrouw... En 't wonder waar mijn ziel in beeft Gloeit in die zoetheid uit Naar 't roerloos licht dat glanst en zingt Gelijk een zilveren luit. Vorige Volgende