Verzameld werk. Deel 1(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Le Poète et la Muse Rodin Twee kinderen nog, - maar die elkander kussen. In 't wazige gelaat, bleek overdroomd, Is niets ontwaakt dan schaduwen van teerheid: Zij beiden zijn een sluimering nabij. Ik peins hen in het geur-omrankt prieel Der hoven, als de sterren willen schijnen, En de avond, als een losse lelie drijvend, Zich op de stilte wiegelt naar de nacht. Mijn broeders, nu ook hier de schemering zwijgt, Gij wéet het wel: ons aller eerste lied Was 't broos verhaal van een gedroomde kus. Vorige Volgende