De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3128 Van Tielmann Gravius
| |
[pagina 351]
| |
Wat de titulatuur betreft, onze gebruikelijke manier van schrijven luidt aldus: ‘Aan de zeer eerwaarde vader in Christus, tevens zeer illustere vorst, de heer Hermann, aartsbisschop van de heilige Kerk te Keulen, voor Italië aartskanselier van het heilige Romeinse Rijk, keurvorst, hertog van Westfalen en Engern, tevens pauselijk gezant door geboorteGa naar voetnoot3. en zeer plichtsgetrouwe bestuurder van de kerk van Paderborn, heer, etc.’. Wat voorts zijn afkomst betreft of zijn familie en kwaliteiten waarover onze zeer eerwaarde heer beschikt, zit het zo. Hij komt als graaf uit een aanzienlijke, bekende en tevens illustere en edelmoedige familie uit Wied, en is landheer uit de bekende en edelmoedige familie van Runkel en Isenburg. Bovendien is hij, zoals ook ik bij hem heb ervaren, een man met een opmerkelijke vriendelijkheid en welwillendheid jegens ieder die goedwillend en geleerd is, en met een bewonderenswaardige zachtmoedigheid en wellevendheid jegens mensen die van zijn invloed afhankelijk zijn, maar ook van een niet alledaagse vrijgevigheid ten opzichte van hen die zulks waard zijn en dat verdienen, ja zelfs van een zodanige grandeur dat iemand anders uit de Duitse adel nauwelijks met hem te vergelijken is. Over zijn literaire kennis kan ik niets schrijven wat een bijzondere en uitzonderlijke aanbeveling verdient, behalve dat hij een buitengewone, speciale voorliefde heeft voor alles wat wetenschap is. Ik heb gemerkt dat hij zelfs af en toe in zijn vrije tijd een fervent lezer van de beste schrijvers is, en vooral van degenen die geprobeerd hebben om de Heilige Schrift te verklaren zoals Augustinus en Hieronymus, om over de anderen nu maar te zwijgen. Dat deze vorst niet bijzonder thuis is in de schone letteren, lijkt mij zeker niet te wijten aan zijn nalatigheid of aan een afgestompte geest, maar aan het gebrek aan leraren en aan ongunstige omstandigheden. Het ga u goed, mijn zeer dierbare Erasmus, en blijf uw Tielmann ook van uw kant genegenheid schenken. Wilt u namens mij onze vriend Froben de hartelijke groeten doen? Geschreven vanuit Keulen, nog meer dan voor de vuist weg, nauwelijks herlezen en daarna overgeschreven door een van mijn klerken, mijn secretaris 22 juni in het jaar 1536 na Christus' geboorte Uw Tielmann Gravius, onbetekenend als hij is Aan Desiderius Erasmus van Rotterdam, meest complete man van veelzijdige geleerdheid, zijn meester en allerdierbaarste beschermheer |
|