3122 Aan François Bonvalot
Bazel, 17 mei 1536
Erasmus van Rotterdam aan thesaurier François Bonvalot, gegroet
Bedankt voor de werkelijk heel mooie wijn die u mij cadeau deed.Ga naar voetnoot1. Maar omdat het van een vrijmoedige mentaliteit getuigt om bij wie men al veel gedaan heeft weten te krijgen ook nog het onderste uit de kan te willen halen, verzoek ik u om aan uw vorige aan mij bewezen diensten nog één toe te voegen, die mij het meest dierbaar zal zijn. Mijn ouderdom valt mij met de dag zwaarder, mijn ziekte wordt erger en erger. De steun van Gilbert Cousin, die als jarenlange huisgenoot alles van mij weet, mis ik vreselijk. Maar naar ik hoor is hij daar bij u verwikkeld in ik weet niet wat voor onverkwikkelijke geschillen, waarvan hij zich met uw hulp gemakkelijk zal kunnen ontdoen. Als zijn voorwaarden ook maar enigszins redelijk zijn, kan hij die krijgen. De officiaal, de heer Pierre Richardot, zal hem daarbij helpen, als u hem weet te motiveren en u bij de senaat van Dole uw ondersteuning kenbaar wilt maken. Geloof me, van sekten heb ik hier niets te duchten. Niemand valt ons verbaal lastig en ik zou niemand in mijn huis willen hebben die door de nieuwe geloofsregels besmet is. Als God mij nog wat kracht geeft om naar Besançon te verhuizen, zal ik daar Gilbert hard nodig hebben. Want mijn andere bediende beheerst het Frans niet.Ga naar voetnoot2. Als u zich hierin een vriend zult willen tonen, zoals u voorheen steeds heeft gedaan, zal ik mij nog aanzienlijk meer aan u verplicht weten dan ik eerder al was.
Ik verbaas mij erover dat in Dole twee franciscanen zoveel invloed hebben. Mijn Colloquia worden in Parijs gedrukt en verkocht, in Dole zijn ze taboe. Degenen die zeggen dat daarin iets ketters voorkomt, of het nu geleerden of ongeletterden zijn, die liegen. Wie mijn Declarationes leest, zal dat duidelijk zien.Ga naar voetnoot3. Moge de Heer u in gezondheid bewaren, zeer geachte heer.
Bazel, 17 mei 1536