De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3121 Van Martin Słap
| |
[pagina 340]
| |
PaasdagGa naar voetnoot1. na afloop van de gebruikelijke ceremoniën in het college van kardinalen, in aanwezigheid van de paus, met een mooie en heel waardige toespraak uiteengezet welk onrecht hem, ja zelfs de hele christenheid door de Franse koning werd aangedaan. Dat deed hij met zo veel succes dat hij bij iedereen gevoelens van genegenheid en bewondering wist op te wekken; vooral toen hij zei dat hij het was die de moed had opgebracht om de Turken een oorlog aan te doen en daarvoor ook perfect toegeruste mensen had geleverd. Daarom smeekte hij hen om liever door het voorleggen van billijke voorwaarden, mee te werken aan zijn vrede met de koning dan aan een oorlog. Vandaar dat de paus spoorslags een gezant naar de Franse koning heeft gestuurd. Maar dit gebeurde niet snel genoeg om het ontvlammen van de vreselijkste razernij in Savoia nog te voorkomen. Maar de keizer kon niet doof blijven voor de stemmen van de arme mensen die hem dagelijks dringender om hulp verzochten. Daarom heeft hij de behandeling daarvan overgelaten aan de paus en de kardinalen en is, zonder het antwoord van zijn tegenstander af te wachten, op 18 april met een heel machtig leger van Spanjaarden richting Milaan vetrokken. Na zeven dagen was de kardinaal van Lotharingen eindelijk inderhaast teruggekeerd; hij verzekerde dat hij de koning onder geen voorwaarde tot vrede had weten te bewegen tenzij de keizer al zijn bezittingen in Italië op voorhand zou teruggeven. Maar omdat niemand deze eis billijk vond, besloot de paus om via gezanten opnieuw met hem te onderhandelen, om hem op z'n minst zo ver te krijgen mildere voorwaarden te stellen: daarmee hoopte hij dan met minder moeite vrede te bewerkstelligen tussen hen. Tegen de twintigste van deze maand verwacht men een antwoord.Ga naar voetnoot2. Als de koning zich in dezen wat bereidwilliger opstelt, zal de paus met zijn hooggeplaatste helpers naar Bologna afreizen, om daar ter plaatse des te sneller een heilzame vrede tussen zo grote vorsten tot stand te kunnen brengen. De Turken bereiden van hun kant een veldtocht naar Hongarije voor. Ook bij ons worden twee legers op de been gebracht, het ene tegen de Moscovieten, het andere tegen de Walachen. De heer Hieronim Łaski staat aan het hoofd van een ervan.Ga naar voetnoot3. Als God niet naar ons zal omzien, wat valt er in de christenstaat nog anders te verwachten dan de ondergang van allen? Moge de almachtige God Uwe Excellentie behoeden. Rome, 13 mei 1536 Uw zeer toegewijde dienaar Martin Słap van Dambrówka in Polen Aan de zeereerwaarde heer Erasmus van Rotterdam, vorst der theologen, zijn zeer welwillende meester en beschermheer. Te Bazel |
|