De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3115 Van Étienne Desprez
| |
[pagina 331]
| |
voor de thesaurier, de vicaris van de groot-officiaal en voor uw Gilbert.Ga naar voetnoot2. Maar de thesaurier was afwezig, want hij verblijft haast altijd in Dole. Daar zijn de afgelopen dagen de zittingen van de Bourgondische keizerlijke assisen gehouden. Ik heb via een eigen koerier gezorgd dat uw brief hem bereikt. Door allerlei werkzaamheden in beslag genomen, heeft hij niet eerder kunnen antwoorden. Daarom was uw Augustijn gedwongen om zijn komst hier af te wachten; hij is de dag na Palmpasen uit Dole teruggekeerd. Hij heeft diezelfde Augustijn, mij en een groot aantal anderen die zeer op u gesteld zijn, royaal heel wat wijnen laten proeven. Uiteindelijk is dit ene vat gekozen, omdat deze wijn naar uw kleur en smaak was. Het was tot de rand toe gevuld, alle stoppen zijn afgesneden, de bovenste opening van het vat is zorgvuldig dichtgesmeerd met veel pleister. De thesaurier beloofde u te zullen schrijven.Ga naar voetnoot3. De vicaris van de officiaal stuurt ook nog een vat dat wij hebben uitgekozen. Beide vaten zijn hier met zorg verpakt. Als ze tijdens het transport bedorven raken (wat de goede Dionysus verhoede) moet u dat Augustijn verwijten, die ik op zijn plicht heb gewezen. Als ze thuis bederven, dan ligt de schuld bij uw personeel dat zich bezondigt aan de geest van Bourgondische wijn. De vicaris heeft ook uw brief en het bundeltje papieren ontvangen.Ga naar voetnoot4 Hij zal daarop reageren. Ik zou er het volgende nog aan toe willen voegen. Wanneer de vaten goed en wel hun plaats bij u hebben gekregen en u in beide onderin met een boortje een gat maakt en er één drinkglas uit laat lopen, zal de wijn volgende zomer helderder zijn. Het heeft grote moeite gekost om hier bij ons een voerman te vinden die bereid was om naar Bazel te gaan, zij het tegen een hoge prijs. Want de excuses zijn legio. De een kent geen Duits, en mag daarom de Duitsers niet. De ander heeft het te druk met werk op het land, waarvoor het nu de tijd is. Weer anderen hebben er bezwaar tegen om hun geboortegrond te verlaten nu het paasfeest ophanden is. Ook zijn hier geen tweespannen te vinden die twee vaten kunnen vervoeren. Uiteindelijk heb ik alleen deze voerman kunnen vinden, maar wel voor goudgeld. Wij zijn, met goedvinden van Augustijn, met hem een prijs overeengekomen van zes zonnekronen. Voor minder lukte het niet, ook niet na veel heen en weer gepraat: anders zou Augustijn zonder iets en onverrichter zake zijn teruggekeerd. De naam Augustijn heeft me wat dwarsgezeten, omdat u de opdracht ge- | |
[pagina 332]
| |
gund had aan Pierre de la Cuiller,Ga naar voetnoot5. die mij in het voorbijgaan ternauwernood groette met deze woorden: ‘Deze Augustijn is een knecht van de heer Erasmus, ik ga rechtstreeks naar Salins.’ Terwijl ik deze brief aan het dicteren was, stuurde de thesaurier, die gisteren nog beloofd had te zullen schrijven, een dienaar die meedeelde dat zijn meester een brief van de keizer had ontvangen die hij moest beantwoorden; daarom verzocht hij om hem met eigen woorden bij zijn heer Erasmus warm aan te bevelen. De heer Gilbert was hier vijftien dagen geleden. Uit de gesprekken met hem, die van grote geleerdheid en van bijzondere genegenheid voor u getuigden, heb ik begrepen dat diezelfde heer Gilbert direct de dag na Pasen naar u zal vertrekken met een wagen vol wijn waarvan hij weet dat die naar uw smaak is. Tijdens zijn verblijf heb ik hem uw brief overhandigd die mij de eenogige postbode uit Bazel had bezorgd. Ik weet niet of hij heeft geantwoord. Op 1 april jongstleden heb ik van een koerier uit Porrentruy een brief ontvangen van uw secretaris Lambert, met een bundeltje brieven bestemd voor de heer Gilbert,Ga naar voetnoot6. waarvoor ik met aandacht en van harte zorg heb gedragen met hulp van een man uit Nozeroy, die een buurman en goede bekende van de heer Gilbert is. Zo heb ik ook uw brief die Augustijn hier bezorgde naar diezelfde Gilbert doorgestuurd, en dus is er geen enkele brief van u voor Gilbert bij mij blijven liggen omdat ik die liefst met een eigen koerier verstuurde. De bestuurder van de abdij van La Charité en Mont-Sainte Marie is hier nergens waargenomen. De heer Simon Lagnier en zijn echtgenote liggen tot hun verdriet ziek te bed.Ga naar voetnoot7. Dierbare meester, voor mijn embleem heb ik deze mooie spreuk gekozen De helft is meer dan het geheel.Ga naar voetnoot8. Geïnstrueerd door uw volmaakte en vindingrijke Minerva zou ik de spreuk met een passende, eenvoudige en subtiele beeltenis willen laten graveren in een zegelring. Ik bid u, moge uw Muze zich verwaardigen - want wat weet zij niet? - mij aan te reiken, te adviseren en te onderrichten wat zij hiervan vindt. Maar ik houd op, omdat ik u tot last ben met deze ongestructureerde woordenstroom, die eerder verward dan afgewogen is. De heer Jean Lambelin, secretaris, de meest geleerde inwoner van Besançon,Ga naar voetnoot9. familielid en vriend van mij en zeer op u gesteld, aan wie ik namens u her- | |
[pagina 333]
| |
haaldelijk de groeten heb gedaan (ik laat ook steeds uw brieven lezen) doet u, wiens gezag in de letteren ongeëvenaard is, de hartelijkste groeten terug. Besançon, woensdag voor Pasen 1536 Hoogst achtenswaardige heer, het ga u goed in God de Almachtige. Moge hij u, en niet alleen voor uw werk, met het volle behoud van uw krachten van geest en van lichaam bewaren. Étienne Desprez, van harte geheel de uwe, van wie u alle hulpvaardigheid mag verwachten die een goede dienaar betaamt Aan de heer Erasmus van Rotterdam, de geleerdste en meest taalvaardige theoloog, zijn bij uitstek hoog te achten meester, woonachtig in het vermaarde Bazel |
|