De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3113 Van Johannes Sinapius
| |
[pagina 328]
| |
wie ik in de tussentijd zo vaak uw hartelijke groeten moest overbrengen - zo schreef u in uw brieven aan mij -, heb ik gemeend u niet te moeten onthouden dat de goede en almachtige God hem onlangs op 7 maart op vierenzeventigjarige leeftijd uit ons midden en uit dit leven heeft weggenomen. Voor mij en met name voor iedereen die zich bezighoudt met de medische wetenschap is dat een groot verlies en reden tot rouw. Als ik zijn verdiensten en het uitstekende werk dat hij in ons vak heeft gedaan naar waarde zou willen opsommen, zou aan mijn brief geen einde komen. Wat er op dit moment allemaal in Italië gaande is, zal deze jongeman uit Aalst, een zeer ervaren chirurg die u heel graag wil ontmoeten, beter zelf kunnen vertellen.Ga naar voetnoot2. U moet de groeten hebben van Celio Calcagnini en van de Portugees Antonio Lúcio, arts, en vooral van Antoine de Pons, een erkende grootheid, die onder de hoogwaardigheidsbekleders van het hof van onze vorst de eerste plaats inneemt en die u in de afgelopen maanden tegelijk met mij via Gisbertus Langenrak een brief heeft geschreven. Het ga u bijzonder goed, u die de leeftijd van Nestor heeft bereikt en een nog hogere leeftijd zeker verdient. Vanuit Ferrara, 3 april 1536 De u zeer toegewijde J. Sinapius, arts Aan de voortreffelijke en zeer vermaarde heer Erasmus van Rotterdam, zijn meester en altijd hoog te achten beschermheer. Te Bazel |
|