3103 Van François Bonvalot
Besançon, 25 februari 153[6]
Allerhartelijkst gegroet, zeer geleerde Erasmus. Het is mij overduidelijk dat u mij niets verplicht bent, tenzij u mijn achting voor u graag naar waarde zou schatten. Voor het geval u tot iets verplicht wilt zijn, zou ik dat heel graag ten volle verdienen: u hoeft absoluut niet bereid te zijn iemand te bedanken die daar geen enkele aanleiding toe heeft gegeven.
Ik betreur het dat de strenge winter heeft geleid tot uitstel van uw besluit om hierheen te verhuizen. Toch hoop en verlang ik dat de winterse kou door de mildheid van de komende lente en zomer zachtjes op te lossen is en wij ons daar behaaglijk bij gaan voelen. Intussen zal het u niet ontbreken aan Bourgondische wijn om daarginds van te genieten. Maar zorg wel die toe te vertrouwen aan betrouwbare transporteurs. Anders kan het door de onzorgvuldigheid van de vervoerder komen dat de wijn u tegenstaat, omdat wij dit jaar wijn hebben gekregen die onvoldoende gerijpt is. Houdt u nu eindelijk eens op met het aanbieden van geld aan wie niets tekort komt en steeds genoeg zal hebben om u ter wille te zijn. En geloof me, ik heb meer kracht gehaald uit uw Apophthegmata, die u mij via uw secretaris Gilbert cadeau hebt gedaan, dan u aan smaak uit mijn Bourgondische wijn. Het ga u goed, zeer geleerde heer.
Vanuit Besançon, 25 februari 153[6]Ga naar voetnoot1.
Van harte uw François Bonvalot