De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3078 Van Damiaan van Goes
| |
[pagina 265]
| |
vangenschap was geraakt kwam, als was er sprake van recht op repatriëring, weer vrij. De Turk zelf kon zich ternauwernood met de rest van zijn soldaten al vluchtend in veiligheid brengen, en wat hij nog aan oorlogswerktuigen had is daarmee verloren gegaan. Dit is zo waar als het orakel van Delphi. Ik stuur je hierbij wat losse mededelingen over de dood van de bisschop van Rochester, die ik van een Engelse vriend ontving. Zo standvastig als hij was toen hij volop in het leven stond, was hij ook in het uur van zijn dood. Toen hij naar het schavot werd gebracht, legde hij aan een monnik op diens vraag enige passages uit de heilige tekst van het Nieuwe Testament uit waar deze al lange tijd geen raad mee had geweten. Hij legde die zo helder uit dat alle omstanders dachten dat een engel uit de hemel hem die influisterde. Je Prediker is bij ons al verkrijgbaar, een werk jou waardig, waaraan je niet zonder reden zo lang gewerkt hebt. Ik heb deze brief meegegeven aan Johann Georg Paumgartner, de zoon van Johann Paumgartner, met wie ik nauwe betrekkingen onderhoud. Ik hoop dat hij zal zorgen dat die met meer stiptheid bij jou wordt bezorgd. Het is een goede en verstandige jongen, die het goed met je voorheeft. Nog altijd heb ik erg veel last van duizeligheid. Wanneer die optreedt kan ik noch tegen kou noch tegen warmte. Zoals ik het zie, zal ik steeds met de kraanvogels van plaats moeten veranderen. Het ga je goed en houd mij van je toestand op de hoogte. Padua, 22 december in het jaar 1535 Dat ik dit niet zelf geschreven heb komt door mijn ziekte die mij nauwelijks in staat stelde om een eerste versie te maken. Nogmaals het beste Damiaan van Goes, je vriend zoals je wel weet
De verzen waarvan in de brief sprake is: Hercules kwam nooit voorbij zijn zuilen,
ook keizers kenden de nieuwe wereld niet.
Maar onze keizer, een tweede Hercules,
die in Afrika als overwinnaar monsters bedwingt,
heeft zich ver buiten Hercules' zuilen begeven
en de nieuwe wereld alom aan zich onderworpen.
Vandaar dat keizers en Hercules een stap terug moeten doen.
Nog een gedichtje. Kort geleden was u groot in Europa, nu nog groter in Afrika,
binnenkort zult u, denk ik, de allergrootste keizer van Azië zijn.
| |
[pagina 266]
| |
Nog een ander. Omringd door Spaanse, Italiaanse, Duitse wapens
kunt u, keizer, overal als overwinnaar uit de strijd komen.
Nog een ander. Dat de afgebeelde tweekoppige adelaar deels westwaarts, deels naar het oosten kijkt,
wil zeggen dat de ene helft al van onze keizer is en de andere helft dat nog zal worden.
En nog een ander. Terwijl u voor al die duizenden gedode vijanden,
overmeesterde schepen en ingenomen steden
evenzoveel kransen toekomen,
wilt u, keizer, er heel graag nog één bij:
voor het opnemen van al die duizenden burgers.
|
|