De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3076 Aan Damiaan van Goes
| |
[pagina 263]
| |
paste om kritiek te hebben op zo'n groot prelaat.Ga naar voetnoot2. Hij heeft zich voor dit werk mateloze inspanningen getroost. Ik hoor dat het ook de goedkeuring van de mensen van de Sorbonne niet kan wegdragen. Gelenius, een goed en geleerd man, zou ik een wat beter lot toewensen. Hem rijkdom toe te wensen komt nauwelijks bij me op. Armoede brengt hem nu tot werk waaraan eer te behalen valt. De jongeman die je mij aanbeveelt, is nog niet gearriveerd.Ga naar voetnoot3. Ik zal zorgen dat hij zijn brief krijgt. Gilbert heeft mij verlaten. Nu hij kanunnik is, zal hij de mis gaan zingen. Mijn huis heb ik verkocht en mijn huisraad heb ik her en der van de hand gedaan, niet met grote winst, maar toch ook niet heel ongunstig. Het Italiaans beheers ik niet, maar ik zal zorgen voor de vertaling van wat Pole heeft vertaald. Ik stuur je van mijn kant een geloofwaardig relaas. Daarin verklaren degenen die uit Engeland terugkeren en bij de gebeurtenissen aanwezig waren, dat er niets onwaars in staat, behalve dat het aantal gestrafte kartuizers kleiner was. Ik zou willen dat ik mij wat langer met je kon onderhouden, dierbaarste vriend, maar je kunt je nauwelijks voorstellen met hoeveel moeite ik dit voor elkaar heb gekregen. Het ga je goed, en groet onze vrienden. Bazel, 15 december 1535 |
|