3075 Van Léonard de Gruyères
Sursee, 12 december [1535]
Allerhartelijkst gegroet. Ik heb achtereenvolgens twee brieven van u ontvangen, zeer geachte heer Erasmus, de één doorgestuurd uit Besançon, de andere hier bezorgd vanuit Bazel.Ga naar voetnoot1. Ik heb ze beide werkelijk op prijs gesteld, niet alleen vanwege de fijnzinnigheid van stijl (die alom bekend is) maar ook omdat daarin de ware loyaliteit van een oprechte vriend heel duidelijk tot uiting komt.
Hij die u verteld heeft dat ik na beëindiging van mijn missie weer thuis ben, vergiste zich, omdat hij misschien ook zelf door naamsverwisseling op een dwaalspoor is gezet. Want degene die mij vervangt, wordt doorgaans ook officiaal genoemd.
U schrijft dat u, na uw ankers gedurende de winter in Bazel uitgeworpen te hebben, tegen het voorjaar hier naar Besançon zult komen. Dat voornemen juich ik toe, maar dan wel op voorwaarde dat u, ook als ik er niet ben, mijn huis bewoont en naar believen gebruik maakt van alles wat ik bezit, als was het van u zelf. Ik heb wel mijn vicaris thuis gelaten, een nog wel jonge, maar onderlegde en integere man, die zoveel respect voor u heeft, zoals alle goedwillende mensen, dat ik denk dat u het gemakkelijk met elkaar zult kunnen vinden.
Ik ben het met u eens dat u geweigerd heeft om de proosdij van Deventer te aanvaarden. Die is namelijk te min voor een man van uw kwaliteiten en verdiensten. Er zouden wel belangrijkere dingen in het verschiet kunnen liggen als u niet op uw leeftijd zou terugschrikken voor dergelijke zware verantwoordelijkheden, zoals u zelf schrijft.
Ik verwacht iedere dag mijn koerier vanuit Bourgondië met uw Prediker, waarvoor ik u de grootst mogelijke dank zeg. Ik heb gevraagd om mij het werk toe te sturen en ik zie er echt met groot verlangen naar uit. Want ik twijfel er niet aan dat het daarin gehanteerde zuivere taalgebruik goed aansluit bij de ernst van het onderwerp (zoals dat in al uw geschriften het geval is), wat zijn nut afwerpt voor ieder die geïnteresseerd en werkelijk godvrezend is.
Over de heer Bonvalot behoeft u niet in twijfel te verkeren. Want degene die u verzekerde dat hij in Besançon is had het bij het rechte eind. Hij was daar namelijk en is er nog steeds. Ik weet dat hij dankbaar was voor de uitgave van de Apophthegmata.
Verrijkt met het hertogdom van Milaan en daardoor in aanzien gestegen, zal de keizer weldra arriveren om de zaken van dat vorstendom te regelen in het algemeen belang van de christelijke natie en van de rust in Italië, zoals Zijne Majesteit mij in een brief van 9 november in Cosenza in Calabrië schreef.Ga naar voetnoot2.