De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3067 Van Erasmus Schets
| |
[pagina 247]
| |
ook door naar Straatsburg; ik hoop dat ze binnenkort bij jou aankomen. Ik heb je toen geschreven wat ik in genoemde maand uit Engeland had ontvangen dat voor jou bestemd was. Alvaro de Astudillo meldt nu vanuit Engeland, en dat is actueler, dat hij daar op jouw naam in gangbare munt tweeënveertig en een half nobels heeft ontvangen, die hij voor 113 florijnen en 13 stuivers in ons geld heeft omgewisseld. Ik zal dit toevoegen aan de rest van jouw geld dat ik bewaar en ik zal het onder beheer houden totdat je mij zegt wat je wilt dat er met het geheel gebeurt. De Schrijver heeft je een brief en enkele boeken gestuurd waarom je hem gevraagd had. Ik heb alles, overeenkomstig zijn verzoek, aan mijn zoon Gaspar in Frankfurt gestuurd die op de jaarbeurs was, en ik heb hem gevraagd om het aan Froben te overhandigen, door wiens toedoen het jou denk ik in goede orde zal bereiken. Je Prediker is hier gearriveerd. Ik denk dat heel wat lezers die deze rol vervullen door de steekvlam ervan met stomheid geslagen worden. Ik hoop dat zij door zich hieraan te spiegelen een juiste inschatting van zichzelf maken en aan de christelijke kudde iets bieden wat past bij hun waardigheid: iets wat zuiverder is dan meestal het geval geacht werd. Mensen hebben het vaak niet bij het juiste eind. Zo wordt mij door velen gevraagd die denken dat ik, als jouw persoonlijk adviseur, vertrouwelijker met je omga dan mij toekomt, of het gerucht dat de ronde doet waar is of niet, als zou je met de kardinaalshoed getooid zijn. Ik kan daarop niets beters antwoorden dan dat ik daar niets van weet en niet geloof dat je aan die oproep gehoor gegeven hebt, of het moet zo zijn dat je je misschien, daartoe door vorsten gedwongen of door je geweten aangezet, neerlegt bij het verlies van wat je nog restte aan vrije tijd en gehoor gegeven hebt aan die roep om rust te kunnen brengen in het geloof en vrede in de Kerk als geheel. Als hier iets van waar is, zeg het mij alsjeblieft, en geef mij iets waarmee ik al die vrienden hier naar tevredenheid kan antwoorden. Het ga je goed, mijn heer Erasmus, met voorspoed tot in lengte van dagen. Antwerpen, 26 oktober 1535 Van ganser harte je Erasmus Schets Astudillo heeft mij vanuit Engeland niet geschreven van wie hij het geld ontvangen heeft. Hij heeft volstaan met het sturen van deze voor jou bestemde brief. Want hij denkt dat je daaruit kunt opmaken van wie het afkomstig is en dat daarom geen nadere toelichting nodig is. Aan de zeer geleerde heer Erasmus van Rotterdam. Te Freiburg |
|