De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3060 Van Wigle van Zwichem
| |
[pagina 234]
| |
inzicht in zowel private als algemeen maatschappelijke problematiek eigen weten te maken. Maar intussen zijn God en de keizer zo welwillend geweest om mij tot de uitzonderlijk eervolle en lucratieve betrekking te roepen waaraan ik nu hier begonnen ben. Daar heeft mijn bisschop zich enige tijd tegen verzet, omdat hij niet kon verkroppen dat ik mijn dienstverband bij hem zou beëindigen; dat was de reden dat ik iets later hierheen ben gekomen. De door de wederdopers veroorzaakte onrust lijkt in ons land, na de uiteindelijke inname van de stad, tot bedaren te zijn gekomen. Toch is dat koninkje van ons,Ga naar voetnoot4. samen met enkele leiders van dezelfde sekte, nog in leven en wordt in verzekerde bewaring gehouden voor een opzienbarend strafvonnis. Ik stuur je het vorig jaar in Münster uitgegeven boekje Over de wraak.Ga naar voetnoot5. Daaruit kun je gemakkelijk een idee krijgen van de verdere overspannen leerstellingen van onze wederdopers, als je tenminste de tijd hebt om dergelijke onzin te lezen. Andreas von Könneritz maakt het prima en wenst je alle goeds toe. Het is niet zozeer ons gemeenschappelijke ambt dat hem en mij verbindt, onvergelijkelijke beschermheer van ons, als wel onze waardering en genegenheid voor jou. Speyer heeft geen grotere bewonderaars van Erasmus dan wij. Het ga je goed. Speyer, 22 september 1535 Je zeer toegenegen Wigle van Zwichem Aan de allergrootste vernieuwer van de ware theologie en van alle schone letteren, Desiderius van Rotterdam, zijn onvergelijkelijke meester en beschermer. Te Bazel |
|