3056 Aan Ludwig Baer
Bazel, 12 september 1535
Allerhartelijkst gegroet. Enkele dagen geleden heb ik mijn eigen koerier naar Augsburg gestuurd en de mensen van de drukkersfirma hebben zorg gedragen voor de verzending van de boeken naar Milaan.Ga naar voetnoot1. Nu heb ik niemand meer of het moest zijn dat er toevallig iemand langskomt. Het zou mij uitermate dierbaar zijn als de man in kwestie, die zijn bekendheid niet alleen aan zijn voorouders te danken heeft, de volgende bewoner van mijn huis zal worden.Ga naar voetnoot2. Want ik weet zeker dat ik niet meer naar Freiburg zal terugkeren. Als er met hem tot een vergelijk te komen is, hoeft het huis niet te koop gezet te worden. Ik heb het huis gekocht voor 624 op goudgehalte gekeurde en geselecteerde gouden florijnen. Ik trof het alom in slecht onderhouden staat aan. Wat ik heb moeten uitgeven aan houtwerk, nieuwe ramen en het herstel van alles, kun je wel raden. Als hij mij contant het bedrag van hetzelfde gehalte betaalt dat ik ervoor heb uitgegeven, en van de oorspronkelijke 24 florijnen voor het herstelwerk 50 wil maken, dan mag hij het huis als het zijne beschouwen en wens ik hem er geluk mee. Als hij dat te veel vindt ben ik bereid om die 26 voor het herstelwerk ervan af te trekken en ben ik tevreden met 624. Ik denk dat niemand bezwaar heeft tegen een terugkoopclausule;Ga naar voetnoot3. het vermelden van de contante verkoopsom zal een afschrikwekkend effect hebben op diegenen die zich op het recht van terugkoop willen beroepen. Ik verleen jou en je broer, de heer Franciscus Baer, volledige volmacht om deze zaak af te handelen, met deze brief voorzien van de afdruk van mijn eigen ring als
bewijs.
Ik doe je twee brieven toekomen, gestuurd vanuit Engeland door de ambassadeur van de keizer, zodat je je kunt vergewissen van de marteling die de