De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3055 Van Henricus Glareanus
| |
[pagina 228]
| |
aan de uitvoering van dat verzoek, mij behoorlijk in verlegenheid heeft gebracht. Onzeker als ik was, ben ik direct naar haar toegegaan en heb alles nogmaals bij haar nagevraagd. Zij heeft mij heel voorkomend alles bevestigd. Verder zegt zij dat zij zonder enige restrictie de afrekening van alles aan Gilbert heeft gegeven en dat zij zich over Bazel niets kan herinneren, maar wel dat zij gezegd heeft dat zij jou misschien in Bazel komt opzoeken en begroeten, mocht zij voor iets anders daarheen worden geroepen. Ik twijfel er niet aan dat Amerbach desgevraagd zal erkennen dat ik dit in zijn aanwezigheid overeenkomstig jouw brief met haar heb afgehandeld. Omdat zij zich zo oprecht om jouw belangen bekommerd had, bood Gilbert haar aan om tot kerstmis daar in huis te blijven. Ik heb daar geen bezwaar tegen gemaakt, omdat dit, getuige jouw brief, je instemming had. Als je had gewild dat zij direct was vertrokken, had je dat moeten aangeven en had Gilbert het geldbedrag betaald. Ik heb mij niet beziggehouden met de vraag wat er daarna met haar moest gebeuren, omdat de heer Amerbach en ook Gilbert nog ruim twee dagen zouden blijven; want ik twijfel niet aan beider goede trouw. Ik heb mij naar behoren van mijn taak gekweten, precies zoals moest. Als er lieden zijn die jou iets anders vertellen, dan doen ze dat maar. Ik weet dat mij in dit geval geen blaam treft. Het bezwaart me eveneens dat je nu al in drie brieven erop aandringt om onze vriendschap te blijven onderhouden.Ga naar voetnoot1. Ik voor mij, zeer dierbare Erasmus, twijfel niet aan die van jou. En zo is het, denk ik, ook billijk dat jij ook niet twijfelt aan die van mij. Ik verzoek je dan ook om dat niet te doen. Dat ik niet antwoord, komt doordat ik veel aan mijn hoofd heb. Dat ik echter je vertrek betreur, ligt aan mijn genegenheid voor jou. Overigens heb ik je zoveel ik kon tot nu toe steeds in bescherming genomen en doe dat nog steeds; maar je ziet hoe de wereld er hier uitziet. Het is voor mij van weinig belang waar je je bevindt, als het je maar goed gaat. Maar zo'n goede vriend kwijt te raken, kan mij alleen maar pijn doen. Wat mijn angst over jouw woonplaats is, kan ik maar beter niet op papier zetten. Wij horen dat de keizer na zijn overwinning nu uit Afrika naar Italië terugkeert.Ga naar voetnoot2. Het gerucht houdt aan dat Ferdinand nu ook door de Turken wordt gevreesd. Het ga je goed en blijf mij goedgezind. Freiburg im Breisgau, 10 september 1535 | |
[pagina 229]
| |
Vergeef mij mijn onbeholpenheid; want ik ben zo overstelpt door werk dat ik nauwelijks in staat was om dit te schrijven. Aan de zeer geachte en geeerde heer Erasmus van Rotterdam die mij als een vader zo lief is |
|